Grote aantallen Surinamers, Caribische mensen, Afro-Amerikanen en mensen uit Europese kolonies vochten tegen fascisme tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hun verhalen blijven echter vaak onderbelicht in boeken, films en herdenkingen. Samen met De Correspondent publiceerden we het artikel "Duizenden zwarte soldaten hebben Europa bevrijd, maar hun gezichten zien we amper als we de oorlog herdenken". In de collectie van vereniging Ons Suriname vonden we het bijzondere verhaal van Leo Lashley, een Surinaamse oogarts die zich aansloot bij het verzet maar na de oorlog zelf werd gediscrimineerd. Leo Lashley was actief bij de V.O.S.-afdeling in Rotterdam. Hij werd in 1903 in Nieuw Nickerie in Suriname geboren. Als jongeman emigreerde hij naar Nederland om Geneeskunde te studeren. In 1930 promoveerde hij in de oogheelkunde. Kort daarna trad hij in het huwelijk om zich vervolgens, met zijn gezin, in Rotterdam als oogarts te vestigen. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak was Leo Lashley voorzitter van de Rotterdamse artsenvereniging. Vanuit die functie protesteerde hij in 1942 tegen de oprichting van de nazistische Artsenkamer. Daarnaast nam hij deel aan het verzet door mensen aan onderduikadressen te helpen. Lashley was strenggelovig en ging elke zondag naar de kerk op het Breeplein in Rotterdam. Deze kerk bood een onderduikplek aan drie Joodse gezinnen. Toen een van de ondergedoken vrouwen zwanger raakte, was Lashley de enige arts die bereid was te helpen. Door zich in de avonduren in te lezen in de verloskunde hielp hij in 1944 bij de geheime bevalling van baby Emile. Nadat Lashley enkele keren gearresteerd werd, dook hij onder tot de oorlog voorbij was. Na de oorlog bleef Leo Lashley actief in het Surinaamse verenigingsleven en in de stad Rotterdam. Hij verliet Nederland echter vanwege racisme en discriminatie. In een geheim rapport van de Binnenlandse Veiligheids Dienst (BVD) stond de volgende passage: “Onmiddellijk na de bevrijding vervulde hij bij de opbouw van het gemeentebestuur alhier een zeer vooraanstaande functie. Daar hij kleurling is, zou hij in zekere mate uit deze functie zijn gewerkt, wat hem ten zeerste heeft gegriefd” is te lezen in rapporten van de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Na de oorlog werd hij redacteur van het blad' Nieuw Suriname'. In 1947 was Leo Lashley namens V.O.S. bestuurslid van de Federatie van Surinaamsche Vereenigingen. Een jaar later vertrok hij naar Curaçao waar hij als redacteur actief was voor het blad El Dorado. In de fotocollectie van het Nationaal Archief vonden we een foto uit juli 1946 met als beschrijving: "Diner Surinaamse delegatie met vereniging "Ons Suriname". Wie weet wie de andere personen op deze foto zijn en waarom ze bijelkaar kwamen? Het verhaal van Leo Lashley kreeg al enige aandacht in verschillende media. In Rotterdam zal een straat naar Lashley worden vernoemd, in het AD stond het volgende over Lashley:
"Eén van de grootste Rotterdamse oorlogshelden is ongetwijfeld de Surinaamse oogarts dr. Leo Lashley (1903-1980). Hij hielp in 1944 bij de bevalling van een joodse onderduikster, die verborgen zat in de beroemde Breepleinkerk op Zuid. Als eerbetoon zal zijn naam prijken op een straatnaambordje in de wijk die verrijst bij het voormalige Zuiderziekenhuis."
5 Opmerkingen
We leven allen in onzekere tijden door de Coronacrisis. Miljoenen mensen zijn gedwongen om in lockdown thuis te blijven zitten of kunnen vanwege de crisis niet meer werken. Gelukkig kunnen vele mensen in Nederland op steun vanuit het sociale zekerheidsstelsel en noodmaatregelen rekenen om te overleven. In het Caribische deel van het Koninkrijk is dat niet het geval. Door de Coronacrisis ligt de economie - dat voor een groot deel van toerisme afhankelijk is - zo goed als stil. Een grote groep mensen die het al moeilijk hadden worden verder in armoede gedrukt en heeft moeite om in de basisbehoeften te voorzien.
"Nederland duwt de eilanden dieper de Coronacrisis in" Journalist Natasja Gibbs schreef in een opiniestuk op Oneworld.nl over de voorwaarden die Nederland aan noodhulp stelde. Eerder schreef ze essay over de structurele ongelijkheid tussen Nederland en de Caribische eilanden waarin ze stelde dat mensen op de eilanden als 'tweederangs burgers' worden behandeld. Met Natasja Gibbs, Samira Rafaela (Europarlementarier) en Patrick Grayham (artiest en docent) gingen we op woensdag 29 april 2020 via Facebook live in gesprek over de situatie op de eilanden. Crowdfunding: Covid-19 Relief Curacao De in Rotterdam gevestigde artiest en docent Engels met roots op Curaçao, Sint Maarten en in Suriname Patrick Grayham startte een GoFundMe crowdfunding campagne om mensen die door de Coronacrisis geen geld meer hebben om basale boodschappen te doen te helpen. Bekijk de livestream hier terug, het begint met een video uit het archief over het Statuut van 1954:
Het is vandaag Koningsdag, vanwege de Coronacrisis wordt iedereen geadviseerd om thuis te blijven. Vandaag werpen we een blik op de relaties tussen verschillende landen binnen het Koninkrijk. "Alle afspraken tussen de eilanden en Nederland staan vastgelegd in het ‘Statuut voor het Koninkrijk’. Dat statuut kwam in 1954 tot stand en daarin staat dat de landen van het Koninkrijk (Nederland, Sint-Maarten, Curaçao en Aruba) een gelijkwaardige positie hebben." - OneWorld.nl Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Nederland onder druk gezet om de toenmalige kolonies 'meer zelfstandigheid te geven. Koningin Wilhelmina deed deze belofte in 1942 toen ze in ballingschap in Engeland zat via de radio. In 1954 werd de 'zelfstandigheid' bekrachtigd in 'het Statuut'. Een aantal Surinaamse activisten en organisaties, o.a. vereniging Ons Suriname en Wie Eegie Sani, waren hier fel tegen omdat ze vonden dat het ongelijke verhoudingen in stand hield. Ze schreven onder meer een manifest tegen het statuut. In 1975 werd Suriname onafhankelijk en stapte daarmee uit het Koninkrijk. Aruba kreeg in 1986 een zelfstandige status binnen het Koninkrijk en op 10-10-2010 werden ook Curacao en Sint-Maarten zelfstandige landen binnen het Koninkrijk. Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn bijzondere gemeenten binnen het Koninkrijk. Hoe wel er wordt gesproken over 'één Koninkrijk' is er sprake van structurele ongelijkheid tussen de landen en gemeente. Journalist Natasja Gibbs stelde in haar essay in OneWorld magazine dat bewoners op de eilanden als tweederangs burgers worden behandeld. Velen leven onder de armoedegrens en krijgen onvoldoende bijstand om op een menswaardige manier te leven. Woensdag 29 april 2020 gaan we hierover in gesprek via Facebook live, join us! Blijf Thuis! Akwasi neemt je met ‘Sankofa’ mee op reis naar de verborgen geschiedenis van Ghana4/23/2020 Tekst: Leonie Nuaku, Tyneisha van Veltum en Mitchell Esajas Het zijn uitzonderlijke tijden. Vanwege de Coronacrisis ligt het culturele leven zo goed als stil. Musea, theaters, bioscopen, bars en restaurants zijn gesloten. Ook wij hebben de deuren moeten sluiten. Juist in een tijd waarin de maatschappij voor een groot deel tot stilstand is gekomen is kunst en cultuur belangrijk. Het geeft ons de kans om tot nieuwe inzichten te komen en te leren van andere culturen. Het geeft ons de kans om te reizen ondanks het feit dat we thuis moeten blijven. Op maandag 30 maart gingen we via Instagram live in gesprek met Akwasi die temidden van de Corona crisis zijn nieuwe album ‘Sankofa’ dropte. Het is een sterk album met - zoals we van Akwasi gewend zijn - scherpe teksten maar wel op door Ghanese muziekcultuur geïnspireerde ritmes. We vroegen Akwasi naar de verhalen achter enkele lines. Sankofa ‘Ga terug en haal het’ Om het album op te nemen ging Akwasi terug naar zijn roots. De afgelopen jaren ging Akwasi elk jaar naar Ghana voor een documentaire die hij binnenkort hoopt te publiceren. De documentaire gaat over hoe het is ‘om geboren en getogen te zijn hier in Nederland maar roots over zee te hebben’. Afgelopen jaar besloot hij weer naar Ghana te gaan en zichzelf uit te dagen door elke dag een track op te nemen. Hij maakte meer dan 30 tracks, uiteindelijk kwamen er 15 terecht op het nieuwe album ‘Sankofa’. Sankofa is niet zomaar een naam. Het is een belangrijk begrip in de Ghanese Ashanti cultuur en de Afrikaanse diaspora, het betekent ‘go back and get it’ en reflecteert het idee dat je inspiratie uit je cultuur en geschiedenis kan halen voor een betere toekomst. De inspiratie is op elke track wel te voelen. Ghaneze helden: Kwame Nkrumah en Yaa Asantewaa Akwasi staat bekend om zijn maatschappelijk relevante en inhoudelijke lyrics, die reputatie houdt hij op ‘Sankofa’ in stand. De reizen terug naar zijn roots zijn te merken in de verborgen zwarte geschiedenis op enkele tracks. In het nummer ‘Sankofa’ rapt Akwasi het volgende: "Mo ninia mo ninia (iedereen, iedereen) Mi se bra ne sankofa (ik zei, ga terug en haal het) Wo se bra sankofa (je zei, ga terug en haal het) Mi ye abrotjie bema (Ik ben een jonge mannelijke buitenlander) Min ye kwadom to bema (Ik ben geen verspilling van ruimte) Man like kwame nkrumah (Ik heb geleerd van Kwame Nkrumah) Woman like yaa asantewaa (Ik heb geleerd van Yaa Asantewaa)" Wie was Yaa Asantewaa? Yaa Asantewaa (17 oktober 1840 - 17 oktober 1921) was een koningin in het koninkrijk van de Ashanti in het huidige Ghana. Toen de Britten het huidige Ghana wilden koloniseren en de Gouden Stoel, het symbool van de Ashanti, opeisten, werd ze in 1900 Asantewaa benoemd tot leider van de opstand tegen de Britten. In een befaamde speech daagde ze Ashanti chiefs uit om de strijd aan te gaan en riep ze vrouwen op om tegen de Britten te vechten: “Now I see that some of you fear to go forward to fight for our king…in the brave days of Osei Tutu, Okomfo Anokye, and Opoku Ware, chiefs would not sit down to see their king to be taken away without firing a shot. No European could have dared speak to chiefs of Asante in the way the governor spoke to you this morning. Is it true that the bravery of Asante is no more? I cannot believe it. It cannot be! I must say this: if you, the men of Asante will not go forward, then we will. We, the women, will. I shall call upon my fellow women. We will fight! We will fight till the last of us falls in the battlefields.” Yaa Asantewaa leidde een leger van ca. 5.000 soldaten in de oorlog om de Gouden stoel die ze helaas verloor. Ze schreef echter geschiedenis als de enigste vrouwelijke leider die een dergelijke positie kreeg in het koninkrijk van de Ashanti en werd een symbool voor de Ghaneze vrijheidsstrijders.
Wie was Kwame Nkrumah? Kwame Nkrumah was een politiek activist, auteur en de eerste president van de onafhankelijke republiek Ghana. Tijdens zijn opleidingen in de Verenigde Staten en London kwam Nkrumah in contact met Caribische, Afro-Amerikaanse en andere Afrikaanse studenten en denkers die zich inzetten voor de strijd tegen kolonialisme en imperialisme. Zo speelde Nkrumah een belangrijke rol in het organiseren van het Pan-Afrikaanse congres waar ook andere activisten en denkers uit de Afrikaanse diaspora aanwezig waren zoals. W.E.B. DuBois, George Padmore en Yomo Kenyatta. Nkrumah was een groot voorvechter van het idee van Pan-Afrikanisme. Na een jarenlange strijd werd hij president van het eerste Afrikaanse land dat na de Tweede Wereldoorlog onafhankelijk werd. Zo zei hij in een speech: "Our independence is meaningless unless it is linked up with the total liberation of Africa”. Nkrumah was een groot bron van inspiratie voor vrijheidsstrijders in de Afrikaanse diaspora en andere landen die voor onafhankelijkheid vochten, ook voor leden van vereniging Ons Suriname zoals Otto Huiswoud. In The Black Archives vonden we diverse eerste edities van enkele boeken van Nkrumah zoals zijn autobiografie, ‘Dark Days in Ghana’ en ‘Class Struggle in Africa’.
Wie was Marcus Garvey? Een derde historische figuur die Akwasi op de track noemt is Marcus Garvey. De Jamaicaan Garvey was oprichter van de Universal Negro Improvement Association (UNIA) en wordt gezien als een van de grondleggers van het pan-Afrikanisme. Garvey’s stelde dat er wellicht emancipatie van de slavernij had plaatsgevonden maar dat zwarte mensen mentaal nog in slavernij verkeerde. Daarom moesten ze zich in hun cultuur en geschiedenis verdiepen om zich mentaal te bevrijden ‘emancipate yourselves from mental slavery, none but ourselves can free our minds’. Ze moesten eigen bedrijven opstarten, zo zetten ze de ‘Black Star Line’ op, een handelsmaatschappij gericht op handel tussen de Afrikaanse diaspora. En uiteindelijk geloofde hij dat zwarte mensen terug moesten keren naar hun ‘moederland Afrika’ om hun eigen naties te stichten. De UNIA groeide uit tot de grootste zwarte emancipatie beweging in de geschiedenis dat een grote impact had op vele bekende Afrikaanse mensen zoals Malcolm X en Kwame Nkrumah. De zwarte ster op de vlag van Ghana is bijvoorbeeld een referentie naar de Black Star Line en de pan-Afrikaanse filosofie van Garvey. Kennelijk was Garvey ook een bron van inspiratie voor Akwasi: “Dit is één van de belangrijkste boeken die jij net vasthield! Jouw versie is zo clean, mijne is helemaal gerafeld. Dat is gewoon de black person manual! Ik ben wel blij dat ik dat op tijd heb gelezen vroeger. Het heeft me ook echt heel veel gegeven.” De Ghanees-Surinaamse connectie via de Marrons Op het nummer ‘Odo’ is de Surinaamse zanger Kenny B te horen en vindt er een bijzondere kruisbestuiving plaats. Door in verschillende talen, Twi (Ghanees), Nederlands en Aucaans, te zingen en rappen laten Akwasi en Kenny B de vervlochten geschiedenissen van Ghana, Nederland en Suriname horen en voelen. De titel van het nummer ‘Odo’ betekent in het Sranantongo ‘gezegde’ maar heeft in het Twi weer een andere betekenis. “‘Odo ye mi love’ betekent mijn schatje is mijn liefde.” zei Akwasi. De die Kenny B in het Aucaans zingt heeft een andere betekenis in Suriname dan in het Twi: “A mi niem na mi kaai (het is de naam die ik noem) Mi kaai a samma sannie. (Ik kan je niet claimen, want je bent van ons) Odo, odo, odo, odo, odo, (liefje, liefje, liefje, liefde)” Hoewel Kenny in het Aucaans zingt lijkt het verdacht veel op Twi, Akwasi zei: “Bij het refrein als hij zegt “a mi niem na mi kaai, mi kaai a samma sannie”. A mi niem na mi kaai betekent in het Ghanees ook weer iets anders. Dus de talen zijn gewoon neven en nichten. Ze zijn gewoon achterfamilie.” Waar komen deze gelijkenissen vandaan? De West Indische Compagnie (W.I.C.) veroverde in 1637 fort Elmina op de Portugezen, een fort dat werd gebruikt voor de handel in goud en tot slaaf gemaakte Afrikanen, in het huidige Ghana. Een aanzienlijk aantal slaaf gemaakten die met geweld naar Suriname werden verscheept kwamen dus uit de regio rond Elmina. De gelijkenissen in de taal van de Aucaners en het Twi tonen deze historische verbinding aan. De Aucaners zijn een van de stammen die zijn ontstaan onder Afrikanen die aan het geweld op de Surinaamse plantages wisten te ontsnappen door hun eigen leefgemeenschappen in de bossen van Suriname startten. Deze mensen staan bekend als Marrons of buskondresma (mensen van het bos). In hun autonome gemeenschappen, ver weg van de plantages, waren ze in staat om veel van de taal, cultuur en tradities die waren meegenomen uit Afrika in stand te houden. Marrons waren de verzetshelden uit de periode van de slavernij. In de documentaire ‘Katibo yeye’ van Frank Zichem wordt de route van slaaf gemaakten van Ghana naar Suriname gevolgd. De documentaire heeft een hoogtepunt op het moment dat een persoon uit Ghana naar het binnenland van Suriname reist en een gesprek kan voeren met een nakomeling van de weggelopen slaaf gemaakten: Thuis in Nederland Akwasi neemt ons op het album mee naar Ghana en maakt een uitstapje naar Suriname maar maakt ook duidelijk zijn plek in Nederland te claimen. Met trots draagt hij zijn Ghaneze roots uit, op de cover staat hij geportreerd als een Afrikaanse koning in een traditioneel gewaad van de Ashanti. Die trots die Akwasi op zijn roots uitstraalt en toont de verandering in de Nederlandse hiphopscene en de ‘urban cultuur’ want dat was wel eens anders. Op de track Sankofa zegt Akwasi: “Dat is jullie allemaal. Ik ging naar mijn eigen land Want iemand zei: “ga naar je eigen land!" Business class naar eigen land, maar voel me soms gast in eigen land, van Ghana naar Nederland, ik kom uit Ghana en Nederland! En ik ben in touch met mn roots; noem me geen bokoe Weet je dan niet we zijn fam? en de love is beacoup! Wees trots op wie je bent, ik hoor je niet, gebruik je stem” Er was namelijk een tijd dat dat heel anders was en dat vele Ghanezen en andere Afrikanen zich schaamden voor hun cultuur en achtergrond. Door Surinamers werden ze ‘bokoe’ - Sranantongo voor gedroogde vis - genoemd. Tijdens de Instagram livesessie zei hij: “Ik weet nog een keer dat ik met Skepta in gesprek was, hij komt uit Londen maar hij komt uit Nigeria. Vroeger was het niet cool om Nigeriaans te zijn. Voor mij was het vroeger ook niet cool om Ghanees te zijn en niet alleen voor mij maar voor veel mensen. Ik was niet doof, als je het woord “bokoe” hoorde, mijn knokkels werden gewoon batjauw. Daarom vond ik het ook belangrijk om te laten zien waarom we doen wat we doen.” De line ‘ga naar je eigen land’ refereert naar de een reactie die Akwasi in de Sinterklaasperiode van een wit persoon ontving omdat hij zich had uitgesproken tegen zwarte piet. Toevallig vloog hij kort erna ‘terug naar eigen lang’ om zijn album op te nemen. Gelukkig keerde hij terug met een juweel van een album waarin hij zijn plek als Ghanese-Nederlander in de hiphop stevig neerzet. Een album vol verborgen zwarte geschiedenissen maar ook vol nummers over universele thema’s zoals de liefde (Sweety, Juweel, Stew), vaderschap (Paraplu) en de menselijke basisbehoefte om geluk te ervaren (Je Bent Nodig, Geluk Is Gratis) en stelt ons in deze turbulente tijden van de Coronacrisis gerust de bemoedigende woorden en goede vibe op het nummer ‘Het Komt Goed / Palmwine’: ‘Het komt goed, ook al zit het tegen vandaag en ook al is je money echt laag’ Op donderdag 9 april 2020 zouden wij het event 'The Hidden History of the Moors' organiseren in het Rembrandthuis. We zouden het hebben over de verborgen geschiedenis van de Moren. In 711 veroverde een leger van Islamitische soldaten uit Noord-Afrika het huidige Spanje en Portugal (de Iberische Peninsula). Het gebied groeide uit tot een bloeiende centrum van wetenschap, handel en cultuur dat 'Al-Andalus' werd genoemd. Het heersende volk uit Noord-Afrika kwam bekend te staan als 'de Moren'. Ze hadden verschillende etniciteiten en kleuren, zo werd er ook onderscheid gemaakt tussen donkere Moren 'blackamoors' en andere Moren. Ze stonden onder meer bekend om de bijzondere architectuur en bibliotheken die in Moorse steden werden gebouwd. Zo werd er kennis over geneeskunde, astronomie en andere wetenschappen gedeeld. In de populaire cultuur kwam de term Moor onder meer terug in 'Othello, de Moor' en in vele 17e-18e eeuwse Europese kunstwerken. Het schilderij 'Twee Moren' van Rembrandt is daar een bekend voorbeeld van. Er was een lange strijd tussen de islamitische Moren en de christelijke Spaanse en Portugese adel. Nadat de Moren rond 1492 werden verslagen veranderde de beeldvorming. Met de Europese koloniale expansie over Afrika en andere delen van de wereld veranderde het beeld over 'de Moren' steeds meer in een inferieur en onderontwikkeld 'ras'. In de Nederlandse populaire cultuur kreeg de term 'Moor' of 'Moriaan' daarmee ook een andere betekenis. Zo werd het gebruikt om donkergekleurde mensen aan te duiden. Eerder dit jaar was er controverse rondom de term 'Moorkop'. Moriaan kregen echter ook een raciale lading. Zo werd de term Moriaan gekoppeld aan karikaturen van zwarte mensen. In het liedje Moriaantje en kinderboekjes waarin het staat getekend wordt de Moriaan vaak als een raciale karikatuur met zwarte huidskleur en dikke rode lippen afgebeeld. Velen zijn opgegroeid met het liedje 'Moriaantje Zo Zwart Als Roet'. In de context van de toenemende bewustwording en de discussie over raciale karikaturen zoals Zwarte Piet is het goed om ook dit soort liedjes, woorden en kinderboekjes onder het vergrootglas te leggen. Zo vonden we in de archieven het boekje 'Moriaantje zwart als roet' (1916). In het boekje breekt zwarte piet zijn been waardoor hij Sinterklaas niet meer kan helpen. Als alternatief bedenkt Sinterklaas dat hij zijn 'neefje in Afrika' om hulp kan vragen. Hij stuurt een brief naar zijn neefje Moriaantje, die door de zon 'zo zwart als roet' is. Moriaantje leest de brief terwijl hij omringt is door twaalf 'n*kkertj*s' en accepteert de uitnodiging om de Sint te hulp te schieten. Rewrite hxstory challenge: verzin een nieuwe tekst voor 'Moriaantje' Omdat vele ouders gedwongen zijn om met hun kinderen thuis te blijven hebben we de ‘Moriaantje challenge’ bedacht. Bedenk op de melodie van ‘Moriaantje zo zwart als roet’ een alternatieve kindvriendelijke tekst. We geven 2 x €50 aan boekenbonnen of Bol.com bonnen, twee Tien Keer Meer Geschiedenis Posters en The Black Archives totebags aan de winnaars. Stuur je tekst uiterlijk donderdag 23 april 2020 naar theblackarchivesnl@gmail.com! We maken het weekend erna de winnaars bekend! Op 20 maart 2020 zouden we op de vooravond van de Internationale Dag Tegen Racisme het event Verzwegen Verzet over de zwarte, migranten en vluchtelingen vrouwen organiseren. Helaas hebben we dit moeten annuleren vanwege de coronacrisis. De gezondheid van alle bezoekers, in het bijzonder de kwetsbaren onder ons is onze prioriteit. We roepen en ieder op om zoveel mogelijk thuis te blijven om het verder verspreiden van het virus in te dammen. Daarom hebben we een blog met video’s en een stuk uit het boek ‘Caleidoscopische visies: de zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging in Nederland’ online gezet zodat je vanuit huis alsnog wat over deze verzwegen geschiedenis kan leren. en je kan Het boek ‘Caleidoscopische visies: de zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging in Nederland’ werd in het jaar 2000 onder redactie van Maayke Botman, Nancy Jouwe en Gloria Wekker gepubliceerd. Het bevat een aantal artikelen over de feministisch strijd van de zmv-beweging, de intersecties tussen racisme en seksisme, theorie en praktijk over het denken gender, etniciteit en meer. We hebben een kort stuk uit de inleiding overgenomen en je kan de presentaties van Gloria Wekker over 'Witte Onschuld' en Nancy Jouwe over intersectionaliteit terug kijken. Etniciteit en de vrouwenbeweging Hoe is de zmv-vrouwenbeweging nu ontstaan? Onder invloed van de opkomst van racistische organisaties als de Centrumpartij laaiden in de jaren tachtig binnen de vrouwenbeweging discussies over (anti)racisme op (Tjoa Tjheng Hwa, 1983; Carrilho en Vega, 1984; Vuijsje, 1985). Vanaf die tijd werd de vrouwenbeweging ‘wit’ genoemd. Hoewel de feministische strijd in principe voor alle vrouwen werd gevoerd, waren theorie en praktijk afgestemd op de eisen en wensen van witte vrouwen (Vuijsje, 1985). Het werd voor zwarte en migrantenvrouwen steeds belangrijker om de strijd tegen seksisme te koppelen aan die tegen racisme. Zij beargumenteerden dat pas wanneer ook antiracisme geïntegreerd werd in de feministische strijd, er voor de belangen van álle vrouwen zou worden opgekomen. Het werd duidelijk dat vrouwen niet alleen op grond van hun sekse, klasse of seksuele voorkeur verschillende posities innemen in de samenleving, maar ook op grond van (verschillen in) etniciteit. Met het benoemen van racisme werden de verschillen tussen vrouwen aangescherpt: Zwarte en migrantenvrouwen (en later ook vluchtelingenvrouwen) lieten zien dat witte vrouwen vanuit hun etnisch dominante positie wel degelijk andere vrouwen konden onderdrukken en, al dan niet bewust, racistisch konden denken en handelen. Het was dus belangrijk ook dit bespreekbaar te maken en te problematiseren, vonden de zwarte en migrantenfeministen van het eerste uur. Julia da Lima verwoordt het in 1983 als volgt: ‘Uiteindelijk zijn we allemaal verantwoordelijk voor het feit dat racisme nog steeds zwarte en witte vrouwen van elkaar scheidt’ (Carrilho en Vega, 1984). Pogingen om te werken vanuit een gedeelde solidariteit tussen witte en zwarte vrouwen waren niet altijd even succesvol. Zwarte en migrantenvrouwen voelden zich vaak buitengesloten of ze voelden zich een soort ‘versiering bij een blank comité’ (Anti-racisme vrouwenmanifestatie, 1984). Bij de voorbereiding van de Derde Wereld Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties in Nairobi in 1985 bleek bijvoorbeeld dat er weinig rekening werd gehouden met de belangen van zwarte vrouwen; lezingen over de positie van zwarte vrouwen in Nederland ontbraken en een onzorgvuldig uitnodigingsbeleid had tot resultaat dat veel zwarte-vrouwen(organisaties) niets van de bijeenkomst wisten. Een paar deelneemsters van de Themagroep Vrouwen & Ontwikkelingssamenwerking zeggen hierover: Zwarte vrouwen delen een aantal problemen met witte vrouwen in Nederland, maar worden ook nog eens geconfronteerd met voor hun groep specifieke problemen. […] Wanneer vrouwen Nairobi willen voorbereiden en inhoud willen geven, zouden zij er goed aan doen stelling te nemen in belangrijke kwesties die in ons eigen land spelen. Dat houdt volgens ons niet in rekening houden met de aanwezigheid van zwarte vrouwen, maar een onvoorwaardelijke keuze vóór de strijd tegen racisme en tegen witte onderdrukking!!! (Maas et al., 1984, p. 7) Het gevolg van deze moeizame samenwerking was dat zmv-vrouwen zich steeds meer terugtrokken en eigen bijeenkomsten gingen organiseren, omdat zij behoefte hadden aan het uitwisselen van gemeenschappelijke problemen en ervaringen. Uitsluiting van witte vrouwen kon leiden tot de kritiek dat er sprake was van ‘omgekeerde discriminatie’ en dat de solidariteit tussen witte en zwarte vrouwen in gevaar werd gebracht. Het lijkt erop dat witte feministen zich eigenlijk pas goed bewust werden van uitsluitingsmechanismen toen zwarte vrouwen zich los van de witte-vrouwenbeweging gingen organiseren (Tjoe Thjeng Hwa, 1983). VIDEO: Nancy Jouwe gaf in februari 2018 een lezing over 'interesectionaliteit', ook wel 'kruispuntdenken' genoemd. Dit denken werd in de jaren '70 door de zmv-beweging in Nederland geintroduceerd. Zmv-vrouwen streefden er in deze periode dus gericht naar hun stem te doen gelden. In plaats van voortdurend tot object te worden gemaakt, claimden zij hun subjectpositie en probeerden ze vorm te geven aan hun identiteit, bijvoorbeeld door middel van kunst, het vormen van praatgroepen, een eigen vrouwenkrant te beginnen of politiek actief te worden. De zwarte/migranten-, vrouwelijke (en feministische) subjectiviteit werd – en wordt – onder meer gevormd onder invloed van seksisme, racisme, (post-) kolonialisme, kapitalisme, migratie- en/of vluchtgeschiedenis. Het feminisme van zmv-vrouwen is dan ook niet zozeer een vorm van ‘wit feminisme in een gekleurd jasje’, of, zoals de zwarte Amerikaanse dichteres Audre Lorde zei: ‘wit feminisme met een zwart gezicht’ (Van Dijck et al., p. 13), maar feminisme met zmv-vrouwen als vertrekpunt. Daarin staan naast gemeenschappelijke strijdpunten eigen thema’s en problematiek centraal, zoals zelfstandig verblijfsrecht, alledaags racisme, vreemdelingenhaat en feminisering gecombineerd met etnisering van armoede. Ook worden sommige agendapunten door zmv-vrouwen anders ingevuld. Zo werd door witte feministen vanaf de jaren zeventig het kerngezin als een plek van onderdrukking benoemd, terwijl zmv-vrouwen aangaven dat het gezin tevens kon dienen als een plek in de luwte van (alledaags) racisme. In 2016 gaf Gloria Wekker een lezing over haar boek 'Witte Onschuld' bij The Black Archives, bekijk het hier terug: Binnen de vrouwenbeweging werd steeds meer gediscussieerd over (politiek en individueel) antiracisme. Er waren witte feministen, zoals de radicaal-feministische groep De Bonte Was, die het werken aan eigen racisme weinig zinvol vonden en de politieke antiracistische strijd tegen de Centrumpartij (CP) van groter belang achtten (Vuijsje, 1985). Veel zwarte vrouwen waren tegen de CP-discussie. Zij vonden dat witte individuen buiten schot bleven door hun eigen racisme te bedekken met de strijd tegen het georganiseerde, politieke racisme van de CP. De CP werd als een incident beschouwd, terwijl daarmee alledaagse racisme niet gezien, dan wel vergoelijkt werd (Carrilho et al., 1984). Witte vrouwen die de confrontatie met hun eigen racisme probeerden aan te gaan, voelden zich schuldig, hetgeen zwarte feministen op hun beurt weer passief vonden. Zij waren van mening dat het onvoldoende was je als witte vrouw schuldig te voelen. Het was noodzakelijk racisme actief te bestrijden en de eigen witte en vaak gepriviligeerde positie onder ogen te zien en daar verantwoordelijkheid voor te nemen.” “Four women, Gloria Wekker, Tania Leon, Tieneke Sumter and Jose Maas, had been informally organizing literary events to make visible Black lesbian culture in Amsterdam; they formally adopted the name Sister Outsider after reading Lorde’s 1984 well-known publication. The need to render Black lesbian culture visible should be understood as both an intervention and response to the absence of an analysis and of activist politics that attended to Black lesbian sexualities within the Dutch context. In 1984, these four women had learned, through a mutual connection, that Lorde would be teaching Black women’s literature as a visiting professor at the Free University of Berlin, whilst receiving homeopathic care from a German doctor for her cancer diagnosis" - Chandra Frank in Sister Outsider and Audre Lorde in the Netherlands.
Source pictures: Atria Ernestine Comvalius (65) is directrice van het Bijlmer Parktheater, maar zij is ook een is een activiste van het eerste uur. Zij was in de jaren ’70-’90 actief bij de organisatie Landelijk Overleg van Surinaamse Organisaties in Nederland (LOSON). In 1988 zetten zij een petitie op en later voerden zij een vreedzaam protest voor eerherstel voor Anton de Kom (22 februari 1898 - 29 april 1945). 32 jaar later wordt er op zijn verjaardag, 22 februari 2020, een evenement bij The Black Archive ter gedachtenis aan Anton de Kom waarbij een nieuwe editie van zijn boek ‘Wij Slaven van Suriname’ wordt gepresenteerd. Tekst: Leonie Nuaku & Tyneisha van Veltum (stagiaires mediaredactie) Anton de Kom was een verzetsstrijder, schrijver en nationalist. Ernestine Comvalius leerde zijn werk kennen door zelf op onderzoek uit te gaan. Toen ze op de middelbare school zat leerde zij niets over de verzetsstrijder. Zij zegt hierover; ‘’Ik wilde eens een keer een spreekbeurt houden over mijn land Suriname en over de taal; Sranantongo. Ik kan mij herinneren dat de leraar spottend lachte en zei ‘dat is toch geen taal, dat is toch taki taki.’ Dat zijn de dingen die ik me kan herinneren. Zo’n geschiedenisleraar beseft niet dat hij iets in jou plant. Bij de één is het een gevoel van minderwaardigheid. In mijn geval was het een gevoel van ‘hier kom ik tegen in opstand, dit neem ik niet zomaar aan.’ Door in de jaren 80 zelf op onderzoek uit te gaan leerde zij meer over De Kom. Comvalius ging samen met andere leden van de LOSON naar het IISG (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis). ‘’We zaten daar in onze vrije tijd kranten door te nemen van de tijd dat Anton nog leefde. Alles wat wij vonden gingen we lezen. Wij hadden werkgroep gesprekken waar wij deze informatie bespraken met elkaar.’’ Doordat De Kom naast zijn strijd tegen het kolonialisme in Suriname ook in Nederland heeft gestreden tegen de nazi’s en tegen fascisme is hij voor Ernestine een voorbeeld, ‘’maar hij is vooral een verbinder omdat hij Suriname en Nederland verbond met elkaar. Hij is hier gestorven voor de vrijheid van dit land.” Over de petitie In 1973 werd de LOSON opgericht, in de jaren 80 hebben zij de naam veranderd naar Surinaamse Arbeiders en Werkers Organisatie (SAWO). Zij besloten in 1988 een petitie op te zetten om eerherstel op te eisen voor De Kom. Samen met o.a. Roy Wijks zat ze in een commissie die een motie indiende om een plein naar Anton de Kom te vernoemen. Over de petitie zei Comvalius het volgende; ‘’In de vergadering kan het zijn dat wij dachten; wij moeten een statement maken. Anton de Kom moet zijn eerherstel krijgen. En een petitie was een goede manier om ook aandacht van de pers te krijgen want we hadden toen geen internet en sociale media. Je was afhankelijk van de radio en kranten dus je moest manieren vinden om gezien te worden.’’ Het resultaat van de petitie was veelbelovend. Anton de Kom werd bekender en er werd een plein naar hem vernoemd in Amsterdam Zuidoost bij het huidige station Bullewijk. Het doel was echter nog niet behaald, er was immers nog geen officieel eerherstel voor De Kom gekomen. Het onrecht wat hem is aangedaan als Surinamer in zijn eigen land, dat moet nog rechtgezet worden. Verbannen uit eigen land In de jaren ‘30 was Nederland nog de koloniale heerser over Suriname. De Kom werd door de geheime dienst in de gaten gehouden vanwege zijn connecties met communistische bewegingen in Nederland. Toen hij in het begin van de jaren ’30 weer naar Suriname vertrok werd het hem dan ook moeilijk gemaakt om openbare vergaderingen en lezingen organiseren. De koloniale autoriteiten zagen hem als ‘staatsgevaarlijk’. Daarom richtte hij op zijn erf een adviesbureau op waar arbeiders terecht konden voor advies over hun problemen. Over hoe ze keihard moesten werken of zelfs mishandeld werden. De Kom luisterde naar hen en bracht hun klachten over naar het gouvernement. De aanhang van De Kom groeide, dit werd als een gevaar gezien door de koloniale heersers. Na enige tijd werd Anton gearresteerd en vastgezet in Fort Zeelandia. Aanhangers van Anton protesteerden massaal om zijn vrijlating op te eisen. Op dinsdag 7 februari 1933 – ‘zwarte dinsdag’ liep een protest uit de hand toen de gouverneur de opdracht gaf om in te grijpen. De politie schoot met scherp op de massa, hierbij kwamen twee mensen om en raakten tientallen mensen gewond. De Kom werd gehaast gedeporteerd naar Nederland. Hij werd verbannen uit zijn eigen land. ‘’Zoals de Nederlandse regering spijt moet betuigen voor slavernij, moeten zij spijt betuigen voor wat zij hebben gedaan tegen Anton. Zij zijn ervoor verantwoordelijk. Hij was weggestuurd als opruier terwijl hij opkwam voor zijn volk. Eerherstel voor Anton de Kom is nog steeds nodig’’ zei Ernestine Comvalius. In Nederland sloot De Kom zich tijdens de Tweede Wereldoorlog aan bij het verzet. Dat eerherstel is er maar er is nog een lange weg te gaan. ‘’In Suriname is er geen eerherstel. We hebben acties gevoerd, we hebben er aandacht voor gevraagd en wij zijn naar het kabinet geweest maar het eerherstel is er nog steeds niet. Nederland vindt het verschrikkelijk moeilijk om alle wandaden die ze hebben gepleegd te onderkennen.’’ Activisme Comvalius ziet zichzelf niet meer als een activist. Zij doet het binnen haar werk in de culturele sector en respecteert het activisme als geen ander omdat zij daar vandaan komt. Ze zei hierover: ‘’zonder activisme wordt de wereld niet opgeschud. Komen de onrechtvaardigheden onvoldoende aan het licht en worden wij niet wakker gehouden. Dus wij hebben elkaar nodig maar ik ben nu in een andere fase en zit ook op een andere stoel.’’ In de volgende blog over ‘Verborgen Geschiedenis’ schrijven we over het interview met Roy Wijks, die ook actief was binnen de LOSON, het boek “Anton de Kom: Zijn Strijd en Ideeën” en het Anton de Kom monument! Op zaterdag 22 februari 2020 organiseert The Black Archives i.s.m. vereniging Ons Suriname 'Memre Anton de Kom, Herdenk Anton de Kom' en wordt de nieuwe editie van zijn boek 'Wij Slaven van Suriname' gepresenteerd! Met dank aan Ernestine Comvalius, Andre Reeder en Roy Wijks voor het interview en de foto's.
The Black Archives is op zoek naar kunstenaars in verschillende fases van hun carrière. De succesvolle expositie 'Zwart en Revolutionair: het verhaal van Hermina en Otto Huiswoud' wordt in april 2020 in Suriname geopend. In november openen we de expo "Van emancipatie tot srefidensi" (werktitel) in het kader van 45 naar onafhankelijkheid. In Nederland werkten we met kunstenaars Raul Balai, Brian Elstak en Iris Kensmil. Voor deze projecten willen we werken met upcoming Surinaams talent op het gebied van beeldende kunst en spoken word. Momenteel zijn wij op zoek naar Surinaamse kunstenaars die samen met ons deze verhalen willen (her)ontdekken en vertellen! Aan de hand van portretten en archiefmateriaal willen wij samen met jou (on)bekende geschiedenissen delen met een groot publiek. Wij bieden een budget aan materiaalkosten, een bescheiden vergoeding en een vol archief aan verborgen geschiedenis ter inspiratie! Ben jij geïnteresseerd? Stuur een mail met naam, portfolio en/of links van website/social media naar theblackarchivesnl@gmail.cok Tot 7 februari 2020 en inapril 2020 kunnen we eventueel een studio bezoeken of een afspraak maken. |
The Black Archives BlogArchieven
Mei 2023
|
Openingstijden/Opening TimesWoensdag/Wednesday 11.00 - 17.00 uur
Donderdag/Thursday 11.00 - 17.00 uur Vrijdag/Friday 11.00 - 17.00 uur Zaterdag/Saturday 11.00 - 17.00 uur Onze nieuwe locatie in Amsterdam Zuidoost is geopend. Neem contact op via de pagina contact voor rondleidingen buiten het programma. We moved to South East Amsterdam. Contact us via the page contact for tours outside our program. |
(Rolstoel)toegankelijkheid/Accessibility
Momenteel beschikt The Black Archives niet over een speciale ingang en lift voor personen met een fysieke beperking en voor rolstoelgebruikers.
At this moment, The Black Archives does not have a special entrance or lift for person of disability. |