Philomena Essed
Philomena Essed, is hoogleraar aan de Antioch University in de Verenigde Staten. Zij is geboren in Utrecht en dochter van Surinaamse ouders. Haar vader, Max Essed, was kinderarts. Haar moeder, Ine Corsten, had naast de opvoeding van een groot gezin een sociale en leidende rol in de Rooms Katholieke gemeenschap. Essed verbleef in haar kindertijd afwisselend in Suriname en Nederland. Vanaf veertienjarige leeftijd woonde zij in Nijmegen, en in 1974 verhuisde zij naar Amsterdam. Haar oudste broer Gerard Essed werd gynaecoloog en vanaf 1986 hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. Haar eveneens oudere broer, advocaat Hugo Essed, heeft in Suriname nabestaanden van de Decembermoorden bijgestaan. In 1983 behaalde Essed haar doctoraalexamen in culturele antropologie aan de Universiteit van Amsterdam, waar zij in 1990 cum laude promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen bij Chris Mullard.
Philomena Essed, is hoogleraar aan de Antioch University in de Verenigde Staten. Zij is geboren in Utrecht en dochter van Surinaamse ouders. Haar vader, Max Essed, was kinderarts. Haar moeder, Ine Corsten, had naast de opvoeding van een groot gezin een sociale en leidende rol in de Rooms Katholieke gemeenschap. Essed verbleef in haar kindertijd afwisselend in Suriname en Nederland. Vanaf veertienjarige leeftijd woonde zij in Nijmegen, en in 1974 verhuisde zij naar Amsterdam. Haar oudste broer Gerard Essed werd gynaecoloog en vanaf 1986 hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. Haar eveneens oudere broer, advocaat Hugo Essed, heeft in Suriname nabestaanden van de Decembermoorden bijgestaan. In 1983 behaalde Essed haar doctoraalexamen in culturele antropologie aan de Universiteit van Amsterdam, waar zij in 1990 cum laude promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen bij Chris Mullard.
Essed is een pionier op het gebied van racisme onderzoek en de simultane werking van verschillende dominantiesystemen. In Nederland is zij vooral bekend geworden door haar boek Alledaags racisme en de publieksuitgave van haar proefschrift (dissertatie), Inzicht in alledaags racisme. Inzicht in alledaags racisme maakte een sterke reactie los in het Nederlandse publieke debat. Het werd gewaardeerd door activisten en niet-gouvernementele organisaties. Volgens de Encyclopedia of Afro-European Studies bedreigde Essed met haar werk de positieve visie van het tolerante Nederland, omdat zij haar vinger op de zere plek van het Nederlandse koloniaal verleden legde en ook wees op het impliciete (witte) superioriteitsgevoel. Mainstream media en Nederlandse academici leverden zware kritiek op het boek. Dit in tegenstelling tot de lovende internationale ontvangst van Understanding Everyday Racism (1991), de originele, engelstalige versie. Ook verder engelstalige werk, waarin zij nieuwe concepten ontwikkelde en uitwerkte, ondermeer op het gebied van ‘gendered racism’, ‘cultural cloning’, en ‘entitlement racism’, geniet internationale bekendheid. Als visiting professor werkte zij samen met collega’s aan diverse universiteiten. In 2011 ontving zij een eredoctoraat in Zuid Afrika, van de Universiteit van Pretoria, en in 2015, in Zweden, van de Universiteit van Umeå.
Philomena Essed over haar oom Frits Corsten:
"Het is een eer in hetzelfde archief te staan als Frits Corsten, formeel mijn oom, neef van mijn moeder Ine (kort voor Josephine). Mijn moeder vertelde dat hun beider grootvader, Frederick Corsten, een zeer rechtvaardig man was. Hij duldde geen rasdiscriminatie en werkte als volksraadsman voor menswaardige arbeidsomstandigheden. Ook stond hij erop dat zijn dochter, net als zijn zoons, een beroepsopleiding kon volgen. En dat ten tijde van de late 19e/begin 20ste eeuw. (Over)grootvader’s waarden gingen via zijn kinderen naar onze generaties.
Frits en ik verzamelden met passie kritische werken voor onze huisbibliotheken.
Als studente, voor mij de jaren 1970-1980, kwam ik hem weleens tegen in boekhandel de Slegte in Amsterdam, eerste verdieping, beide azend op boeken over, onder andere ‘colonialism’, ‘race’ ‘racism’. Met zijn lage, luide, stem bulderde hij dan door de winkel: “Phi-lo-me-na!”. Ik had dan zoiets van ‘sjjjjjjj… sjjjjjj.. sjjjjj..’, terwijl ik probeerde weg te duiken, maar geen sprake van voor Frits. ‘Hoe is het met je moeder?’, donderende het vervolgens - opening voor een gesprek, waarbij ik naar hem toesnelde zodat niet de hele winkel mee hoefde te luisteren. Als veteraan tweedehands boeken leerde hij mij een trucje. Als hij een boek wilde maar er die dag geen geld voor had, schoof hij het achter de staande rij boeken op de plank, zodat je het niet of nauwelijks zag. Maar toen bedacht ik er natuurlijk nog een trucje bovenop. Als ik naar de Slegte ging zocht ik daarna ook naar hetgeen verstopt kon zijn àchter de boeken. Niet dat ik ooit vangst heb gehad en hopelijk is mij deze kleine ondeugd vergeven door hetgeen ik met die kennis heb gedaan. Onze boeken zijn uiteindelijke weer samen in dezelfde bibliotheek, de Black Archives. Een onschatbare historische, sociale, educatieve, en bevestigende plek voor generaties van nu en degenen die na ons komen."
"Het is een eer in hetzelfde archief te staan als Frits Corsten, formeel mijn oom, neef van mijn moeder Ine (kort voor Josephine). Mijn moeder vertelde dat hun beider grootvader, Frederick Corsten, een zeer rechtvaardig man was. Hij duldde geen rasdiscriminatie en werkte als volksraadsman voor menswaardige arbeidsomstandigheden. Ook stond hij erop dat zijn dochter, net als zijn zoons, een beroepsopleiding kon volgen. En dat ten tijde van de late 19e/begin 20ste eeuw. (Over)grootvader’s waarden gingen via zijn kinderen naar onze generaties.
Frits en ik verzamelden met passie kritische werken voor onze huisbibliotheken.
Als studente, voor mij de jaren 1970-1980, kwam ik hem weleens tegen in boekhandel de Slegte in Amsterdam, eerste verdieping, beide azend op boeken over, onder andere ‘colonialism’, ‘race’ ‘racism’. Met zijn lage, luide, stem bulderde hij dan door de winkel: “Phi-lo-me-na!”. Ik had dan zoiets van ‘sjjjjjjj… sjjjjjj.. sjjjjj..’, terwijl ik probeerde weg te duiken, maar geen sprake van voor Frits. ‘Hoe is het met je moeder?’, donderende het vervolgens - opening voor een gesprek, waarbij ik naar hem toesnelde zodat niet de hele winkel mee hoefde te luisteren. Als veteraan tweedehands boeken leerde hij mij een trucje. Als hij een boek wilde maar er die dag geen geld voor had, schoof hij het achter de staande rij boeken op de plank, zodat je het niet of nauwelijks zag. Maar toen bedacht ik er natuurlijk nog een trucje bovenop. Als ik naar de Slegte ging zocht ik daarna ook naar hetgeen verstopt kon zijn àchter de boeken. Niet dat ik ooit vangst heb gehad en hopelijk is mij deze kleine ondeugd vergeven door hetgeen ik met die kennis heb gedaan. Onze boeken zijn uiteindelijke weer samen in dezelfde bibliotheek, de Black Archives. Een onschatbare historische, sociale, educatieve, en bevestigende plek voor generaties van nu en degenen die na ons komen."