Gisteren op de valreep toch nog even naar de expositie "Goede Hoop" in het Rijksmuseum gegaan om met eigen ogen de controversiële tentoonstelling te zien. Ik kan de kritiek in de open brief alleen maar onderschrijven en had aan het einde een gevoel van ergernis door de witte blik en bepaalde eurocentrische beelden en teksten. Enkele dingen die me het meeste opvielen: Jan van Riebeeck, de Nederlandse kolonist die de bakermat heeft gelegd voor de kolonisatie van Zuid-Afrika werd beschreven als "de voorbestemde stichter, grondlegger van beschaving en held van de witte bevolking". In de zaal over de oorlog tussen de Boeren en Britten worden de laatsten als schurken beschreven en de oorlog als een: Zuid-Afrikaanse" oorlog terwijl het een imperiale oorlog was waarin de controle over de goudmijnen centraal stond. Opeens wordt er een gigantische stap gemaakt van de imperiale oorlog naar anti-apartheid zonder dat er aandacht wordt besteed aan wat apartheid was, hoe het tot stand is gekomen en wat de rol van Nederlanders zoals Hendrik Verwoerd erin was. Ik dacht even dat ik een zaal gemist had maar misschien wel het belangrijkste hoofdstuk uit de geschiedenis van Zuid-Afrika wordt in de tentoonstelling uiterst oppervlakkig weergeven. Een van de meest pijnlijke beelden vond ik een foto van zwarte Zuid-Afrikaanse vrouwen die zichzelf aanbieden aan witte toeristen en halfnaakt in beeld worden gebracht in een chaotische ruimte waarin de andere kant van de wand vol was geplakt met posters uit de Nederlandse anti-apartheidsstrijd. Ik heb zelf in 2009 een half jaar in Zuid-Afrika gestudeerd, de gigantische economische kloof tussen zwart en wit was schrijnend. Apartheid was de facto afgeschaft maar in het dagelijkse leven nog overal zichtbaar. Door dit soort beelden te plaatsen zonder te beschrijven hoe kolonisatie en apartheid machtsstructuren hebben geproduceerd die ongelijkheid in stand houden reproduceert het museum koloniale beeldvorming en misleid het inderdaad de 100.000en bezoekers die de tentoonstelling hebben bezocht. Gelukkig was ik er met een groep kritische mensen o.l.v. Imara Limon en Kiza Magendane, en mensen van eem netwerk van Surinaamse young professionals genaamd "Dat Ding van Ons". Het was zeer ironisch dat we na de rondleiding terecht kwamen in een restaurant "D'Vijff Vlieghen" waar mijn blik direct viel op een schilderij dat te decoratie aan de muur hing. Het viel op omdat een witte man statig stond geportretteerd terwijl een klein donkere man een parasol boven zijn hoofd hield. Het bleek een schilderij van Abraham van Riebeeck te zijn, de zoon van Jan van Riebeeck, die een jaar na de kolonisatie van "Kaap de Goede Hoop" was geboren en uiteindelijk de baas (gouverneur-generaal) van de VOC werd. Ironisch omdat het in mijn ogen reflecteert hoe men in Nederland omgaat met het koloniale verleden. Enerzijds ontleent men trots aan de VOC en de "Gouden Eeuw", op de website van het restaurant staat letterlijk: "Dineren in een entourage uit de Gouden Eeuw aan de Spuistraat in Amsterdam (...) We zijn trots om het erfgoed van Nicolaas Kroese en zijn restaurant, dat hij in 1939 opstartte, voort te zetten voor volgende generaties." Aan de andere kant probeert men hier en daar schoorvoetend de andere kant van de "Gouden Eeuw" onder ogen te zien. De tentoonstelling in het Rijksmuseum liet echter zien dat men hier niet voldoende in slaagt en dat de trots op het culturele erfgoed Gouden Eeuw zwaarder weegt dan het erkennen dat de rijkdom van deze eeuw ten koste ging van de uitbuiting, dehumanisering en gewelddadige onderdrukking van vele volkeren van Suriname, tot Zuid-Afrika tot Nederlands-Indië. Het zelfbeeld van witte onschuld stoelt op een rooskleurig beeld over een zeer gewelddadig verleden. Ik vraag me oprecht af of instituten zoals het Rijksmuseum wel in staat zijn om een verhaal tentoon te stellen dat recht doet aan wat er feitelijk gebeurd is omdat dit zou betekenen dat er getornd zou moeten worden aan het zelfbeeld van witte onschuld. Het zou ook betekenen dat gevoelens van trots op de VOC-tijd plaats moeten maken voor gevoelens van schaamte en wellicht schuld, emoties die nodig zijn om tot zelfreflectie te komen. In 2020 wilt het Rijksmuseum een tentoonstelling maken over de slavernij...de tentoonstelling die ik vandaag gezien heb heeft me niet bepaald "Goede hoop" gegeven dat we daar een eerlijk en gebalanceerd verhaal kunnen verwachten maar eerder de verwachting dat we het zoveelste witgewassen verhaal over dit stukje geschiedenis voorgeschoteld zullen krijgen... #NoHopeForTheRijksMuseum #DecolonizeTheMuseum Na de rondleiding in de "Goede Hoop" en het etentje in het VOC-ophemelende restaurant kreeg ik een appje dat ik op tv was. Kennelijk was er gisteren een uitzending van Kunstuur over de making of van 'Cinema Olanda', het kunstproject dat bij de Biënnale in Venetië werd getoond en waar ik een bijdrage aan heb geleverd. Bekijk het hier terug.
Ook was er een speciale bijlage in de Groene Amsterdammer met artikelen over het kunstwerk van Wendelien van Oldenborgh en curator Lucy Cotter. In tegenstelling tot het chaotische en teleurstellende werk in het Rijksmuseum dat het beeld van witte onschuld in stand houdt bevragen zij dit beeld en de postkoloniale geschiedenis juist. Een goed voorbeeld van hoe het anders kan: "Cotter verwijst naar antropologe Gloria Wekker en haar boek White Innocence. Het is het zelfbeeld van ‘wij zijn heel open’ en ‘wij zijn transparant’ dat verhindert dat we toekomen aan moeilijke vragen. Nederland ziet zichzelf als een gidsland, maar dat is ook een blokkade. Je kijkt niet naar moeilijkheden omdat je denkt dat je daar voorbij bent, terwijl je er nooit aan bent begonnen." Dit is wat er in het Rijksmuseum ontbrak, de moeilijke vragen, de durf om de pijnlijke kanten van het Nederlandse relatie met Zuid-Afrika onder ogen te zien en in beeld te brengen. Doordat de moeilijke oncomfortabele vragen zijn vermeden heeft de tentoonstelling in de ogen van velen geresulteerd in een teleurstellende samenraapsel van stukjes uit een pijnlijke geschiedenis waarin bepaalde stemmen verzwegen blijven, bepaalde beelden onzichtbaar en belangrijke verhalen ontbreken. Zoals van Oldenborgh in het interview ook zegt is het aan de kunstenaar, en in dezen aan het Rijksmuseum, welke stemmen wel een podium krijgen en welke niet en welke verhalen daarmee "actief vergeten" worden. "Het is aan de kunstenaar welk deel van deze actief vergeten geschiedenis deel mag uitmaken van de Nederlandse vertegenwoordiging, welke stemmen een internationaal podium in Venetië wacht. In zekere zin is dat een keuze, beaamt Van Oldenborgh, gebaseerd op dat wat op haar pad kwam en waarvan zij vindt dat het een plek verdient. Het verhaal van Otto Huiswoud bijvoorbeeld, een sleutelfiguur in het Amerikaanse communisme met ideeën over ras en klasse, geboren in Paramaribo, overleden in Amsterdam, over hem hoorde ze voor het eerst van activist Quinsy Gario, bekend van het verzet tegen Zwarte Piet. Ze stond ‘met haar oren te klapperen’, dat wij als land, als gemeenschap, in de twintigste eeuw op een directe manier bij de internationale beweging betrokken waren, veel meer dan wij denken. ‘Dit is niet zomaar een verhaal, dit is een van de belangrijkere verhalen. Dat wij via Huiswoud verbonden zijn met het panafrikanisme, met antikoloniale bewegingen. Huiswoud was een spilfiguur en wij zaten er midden in. Waarom is dat verhaal geen deel van onze geschiedenis? Waarom verdween het, terwijl het vorming is van de communities die na hem kwamen. Waarom blijven we de hele tijd zitten met het idee van “o daar heb je al die immigranten”. Ook over mensen die al generaties lang bij onze natie horen, op welke afschuwelijke manier dan ook. Dat moeten we als “óns” gaan beseffen.’" In de aanloop naar de tentoonstelling van 2020 mogen we hopen dat het Rijksmuseum niet dezelfde fouten begaat door de witte blik centraal te stellen en de stemmen van "tot slaaf gemaakten" en hun nazaten actief te vergeten
2 Comments
Gisteren was ik aanwezig bij opening van het Nederlandse paviljoen op de Biënnale van Venetië. Ik heb namens de Black Archives en VOS een bijdrage geleverd aan het kunstproject Cinema Olanda van kunstenares Wendelien van Oldenborgh die dit jaar namens Nederland vertegenwoordigd. Een onderdeel van het project is de film Cinema Olanda waarin Wendelien probeert "actief vergeten" verhalen uit de Nederlandse geschiedenis in beeld te brengen en op die manier het dominante (zelf)beeld van Nederland te bevragen. In de film introduceer ik de Surinaamse revolutionair Otto Huiswoud, die na een indrukwekkende internationale carriere als professioneel revolutionair in Nederland terecht kwam en als voorzitter van vereniging Ons Suriname een belangrijke rol speelde in het politiseren van de Surinaamse gemeenschap en de dekolonisatiebeweging. Een jaar geleden had ik nog nooit van Wendelien noch van de Biënnale gehoord, maar 2 jaar geleden had ik ook nog nooit van Otto Huiswoud gehoord. Het eerste verbaast me niet zozeer omdat ik me in andere kringen begeef maar het laatste verbaast me nog steeds en vindt ik eigenlijk een schande. Momenteel doe ik onderzoek naar het verhaal van Otto en zijn vrouw Hermina "Hermie" Huiswoud en het is een zeer indrukwekkend en boeiend verhaal. Geboren in 1893, 30 jaar na afschaffing van de slavernij, stapte Otto Huiswoud, als tiener op een schip en belandde in New York. Hij werd de enige zwarte mede-oprichter van de Communistische Partij in de VS en maakte reisde de wereld af namens de Communistische Internationale (Komintern). Ontmoette Lenin in Moskou, werkte met George Padmore aan the Negro Worker, debatteerde tegen Marcus Garvey in Jamaica en had goed contact met Langston Hughes. Huiswoud speelde dus een belangrijke rol in de vroege anti-koloniale en anti-imperiale bewegingen en vormde een brug tussen de Surinaamse en Afro-Amerikaanse / pan-Afrikaanse geschiedenis. Toch hebben de meeste mensen, ook Surinamers nooit van hem gehoord. Waarom is het belangrijk dat dit stukje geschiedenis bekender wordt? Het plaatst hedendaagse kwesties zoals de anti-racisme beweging in een breder historisch perspectief en verbind de huidige beweging met een beweging die aan het begin van vorige eeuw als onderdeel was van een internationale beweging. Het biedt een ander perspectief op het (zelf)beeld van Nederland van tolerantie en openheid, het beeld wat Gloria Wekker White Innocence noemde, en biedt een alternatief kritisch perspectief op dit beeld. Daarnaast is het ook een bron van inspiratie en een intellectuele uitdaging om in het gedachtegoed te duiken van zwarte en anti-imperiale bewegingen waar Huiswoud van uitmaakte. Hoe verschilde Huiswoud in visie van Garvey? Hoe waren de Huiswouds en Langston Hughes ideologisch aan elkaar verbonden en hoe had de Harlem Renaissance hier invloed op? Dezelfde vragen kan je stellen over de verbindingen tussen Huiswoud, Anton de Kom, Claude McKay, W.E.B. duBois, George Padmore en andere kritische denkers waarvan we in het archief bewijs hebben gevonden dat ze contact hebben gehad. En zo zijn er nog vele andere vragen te stellen. Het mooiste en krachtigste fragment in de film vind ik wanneer ik een boek van Langston Hughes uit de Black Archis aan Patricia Kaersenhout overhandig en zei een gedicht van hem reciteert. Aan het einde zegt ze hoe indrukwekkend het is om te zien, weten en voelen dat onze geschiedenis met een bredere geschiedenis van zwarte emancipatiebewegingen is verbonden: "Toen ik hoorde dat Otto Huiswoud verbonden was met de black struggle, opeens voel je je connected." Een tweede film gaat over een ander "actief vergeten" deel van de geschiedenis, de Surinaamse krakersbeweging uit de jaren '70. Toen Surinamers rondom de onafhankelijkheid massaal naar Nederland trokken werden ze/we niet bepaald met open armen ontvangen. Integendeel, in het archief hebben we allerlei interessante stukken gevonden over de precaire woonsituatie waar velen in moesten wonen. Bepaalde wijken in Amsterdam waren afgesloten voor "buitenlanders" en er was een informele afspraak dat er slechts één buitenland gezin per portiek mocht wonen in bepaalde wijken in Amsterdam en Rotterdam. Vele gezinnen werden in pensions geplaatst waar ze in zeer erbarmelijke omstandigheden moesten overleven terwijl ze buiten de deur met discriminatie en racisme werden geconfronteerd. Mede hierdoor is er in de jaren '70 een krakersbeweging ontstaan die onder meer de flat Gliphoeve in de Bijlmer hebben gekraakt. Maar ook hier weten weinig mensen, met name van mijn generatie over. In de film Squat / Anti-squat die ook in het kunstproject te zien is gaan mensen die toentertijd actief waren in gesprek met een jongere generatie studenten en activisten. De films hebben verschillende lagen en verbinden “vergeten verhalen” van verschillende mensen zoals architect Lotte Stambese die de Rotterdamse wijk Pendrecht voor een groot deel heeft ontworpen met Huiswoud omdat ze allebei door Socialistisch / Communistisch gedachtegoed geïnspireerd waren. Ook bevat het een elementen van de (vergeten) verhalen van migranten die uit Nederlands-Indië naar Nederland migreerden en met verschillende vormen van geweld te maken hadden. De vergeten verhalen zijn op een subtiele en complexe manier aan elkaar verbonden dus het kunstproject is niet voor de snelle kunstconsument geschikt. Ik heb de films meerdere keren moeten bekijken en bespreken met anderen om de verschillende elementen en verhaallijnen erin te begrijpen. Ik zag wat recensies van Volkskrant en NRC voorbij komen, het lijkt erop dat deze mensen de verhaallijnen niet (willen) begrijpen omdat het ze wellicht ook zou dwingen kritisch na te denken over het zelfbeeld dat Gloria Wekker in White Innocence beschrijft en Wendelien in Cinema Olanda bevraagd. Voor de personen die wel dieper de verhalen in willen duiken is er een boek met essays van o.a. Gloria Wekker, Egbert Alejandro Martina, de curator Lucy Cotter en Wayne Modest. Ook is er een special editie van de Groene Amsterdammer gemaakt voor het project. Ja, er is flink uitgepakt. Het is inspirerend en mooi dat deze "actief vergeten" verhalen te zien zijn op dit internationale platform dat naar verwachting zo een 500.000 mensen bezocht zal worden. De Biennale is echter wel een beetje een bubbel dat vooral bekend is in de kunst en cultuur scene en toegankelijk is voor mensen die het zich kunnen veroorloven om helemaal naar Venetie te reizen en een AirBnB/Hotel en ticket voor het gebeuren kunnen veroorloven. Dat is dus met name een internationaal witte midden en hogere klasse publiek terwijl deze verhalen juist breder gedeeld moeten worden. In juni zal er een "Cinema Olanda platform" zijn in een kunstinstelling Rotterdam waar een deel van het werk vertoond zal worden. Op 20 en 24 juni organiseren wij enkele events, op 20 juni iets rondom de anti-zwarte piet beweging en op 24 juni een screening van de film "Onderneming Onderdak" gemaakt door Andre Reeder en een event over de Black Power beweging met een speciale gast uit de UK, save the dates! Toen ik het terrein van de Biënnale naderde en langs twee gigantische yachten liep die groter waren dan mijn bescheiden appartementje in Amsterdam en besefte ik dat er een bepaald publiek op dit prestigieuze kunstplatform afkomt. De speech van minister Bussemaker die bij de officiële opening aanwezig was moest ik helaas missen omdat ik langer dan een halfuur in de rij moest staan om mijn kaartje te krijgen. In de rij leek ik omsingeld door een internationale jetset uit de kunst en cultuur wereld die van New York tot Berlijn naar Venetië waren gevlogen voor het gebeuren. Eenmaal bij het Paviljoen aangekomen was ik trots om zoveel bekende gezichten op het scherm te zien, activisten, vrienden, kunstenaars, (sociaal) ondernemers, zwarte mensen uit Nederland, maar het contrast met het publiek waarin Imara, Patricia en ik bijna de enige zwarte mensen waren was groot. Het deed me denken aan de volgende woorden: "If its inaccessible to the poor it's neither radical nor revolutionary." Voor professionele revolutionairen als de Huiswouds zou de Biënnale een ultiem voorbeeld zijn van wat ze in socialistische kringen de "petit bourgeois" noemen, de klasse mensen die hun status aan vermogen, opleiding en werk ontlenen. Huiswoud's leven stond juist in het teken van het de strijd tegen de klassenmaatschappij waarin de arbeidersklasse en onderdrukte gekoloniseerde mensen dezelfde rechten en vrijheden konden genieten als alle andere mensen. Vanuit NUC werken we er dan ook hard aan om aan het einde van het najaar een toegankelijke tentoonstelling te maken rondom the Black Archives, in het bijzonder het verhaal van Otto en Hermie Huiswoud met Imara Limon als curator en support van het Amsterdam Museum. Het zou zonde zijn als zulke interessante en belangrijke films en verhalen worden gemaakt maar niet kunnen worden gezien door de mensen waar het om gaat.
Lees verder over Cinema Olanda: - Speciale editie Cinema Olanda van de Groene Amsterdammer. - Cinema Olanda: Platform @ Witte de Withstraat. - Mondriaan Fonds over Cinema Olanda. Op 4 mei 2017 was ik uitgenodigd om een korte bijdrage te leveren aan een Dodenherdenking die door Vereniging Ons Suriname (VOS) en ex-KNSM-ers "De Kroonvaarders" jaarlijks wordt georganiseerd. Veel mensen KNSM vooral als KNSM van KNSM eiland in Amsterdam Oost maar KNSM dat staat dus voor Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij. Dit was een rederij die sinds 1853 vracht en passagiers vervoerde o.a. tussen Suriname, Nederland en de VS. Het is het enige of een van de weinige monumenten voor de Tweede Wereldoorlog waar ook de namen van Surinaamse en (voormalig) Antilliaanse mensen op staan gegraveerd. In de jaren '80 heeft een groep leden van VOS de NIOD (het instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies) benaderd met de vraag of Surinaamse en Antilliaanse verzetsstrijders en slachtoffers ook herdacht mochten worden. Delano, voorzitter van VOS, vertelde dat het verzoek werd weggelachen en dat ze terug konden komen als ze geld hadden. Daarom hebben ze toen het initiatief genomen om zelf een herdenking te organiseren i.s.m. de KNSM omdat er veel zeelieden en matrozen lid waren van de organisatie die wisten dat er aardig wat Surinaamse en Caribische zeelieden waren omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog op schepen die door nazi's werden getorpedeerd. De schepen vervoerden namelijk grondstoffen zoals bauxiet vanuit Suriname naar de VS waar o.a. aluminium voor vliegtuigen van werden geproduceerd. Hieronder een uitgebreidere versie van mijn bijdrage: Goedemiddag allemaal. Mijn naam is Mitchell Esajas, ik ben medeoprichter en voorzitter van New Urban Collective. Dat is een netwerk voor studenten en young professionals van diverse achtergronden met name uit de Afro-Caribische diaspora. Momenteel werken we samen met VOS aan the Black Archives, een archief van meer dan 3000 bijzondere boeken, documenten en artefacten di verborgen verhalen vertellen over Surinaamse, Caribische en zwarte mensen in Nederland. |
Black Archives
Blogs door the Black Archives Archieven
December 2017
Categorieën
All
|
Openingstijden/Opening Times
Onze tentoonstellingsruimte is open t/m 31 oktober 2023 (zomerstop: 8 augustus - 31 augustus). Volg ons op social media de laatste updates! Neem contact op via de pagina contact voor rondleidingen buiten het programma.
Our exhibition space is open until October 31, 2023 (summer break: August 8 - August 31). Follow us on social media for the latest updates. Contact us via the page contact for tours outside our program. |
(Rolstoel)toegankelijkheid/Accessibility
Momenteel beschikt The Black Archives niet over een speciale ingang en lift voor personen met een fysieke beperking en voor rolstoelgebruikers. Er is een traplift bij grotere evenementen bij ingang 19A.
At this moment, The Black Archives does not have a special entrance or lift for person of disability. There is a stairlift available during our events at Zeeburgerdijk 19A. |