Februari 2018 is in de VS Black History Month, een maand waarin er extra aandacht wordt gegeven aan de geschiedenis van mensen uit de Afrikaanse diaspora. Dit begon ooit als initiatief van Carter G. Woodson omdat er volgens hem en vele andere Afro-Amerikanen te weinig aandacht werd gegeven aan de historische prestaties en beschaving van mensen uit de Afrikaanse diaspora in de onderwijssysteem en de samenleving in het algemeen. In februari 2018 is er, niet alleen in de VS, zwarte geschiedenis geschreven, het leek wel een feestmaand voor mensen die van zwarte cultuur, literatuur en geschiedenis houden. De lancering van het boek 'Zwart', de film Black Panther en The Black Archives organiseerde 'De Verzwegen Geschiedenis van Anton de Kom'. Op verschillende gebieden zijn er barrières van witheid doorbroken door verhalen te vertellen waarin zwarte helden en de ervaring van zwarte mensen centraal staan. Zwart Er wordt de hele maand al geschiedenis geschreven. Op 1 februari 2018 werd het boek 'Zwart' gelanceerd. Het eerste boek over en door mensen mensen van het Afrikaanse continent in de Nederlandse en Vlaamse context. In de Dipsaus Podcast gingen een aantal schrijvers die een bijdrage hebben geleverd aan het boek met elkaar in gesprek over zwart zijn in de Nederlandse en Vlaamse context. Een zeer inspirerend en leerzaam gesprek waarin, zoals Helene Christelle het noemde: "de fluïditeit van zwarte, Afrikaanse en Afropese identiteit en cultuur" wordt gedeeld en de verschillende perspectieven en ervaring die er zelfs binnen de continentale Diaspora zijn. Zwarte cultuur en identiteit worden vaak, ook in onze eigen (anti-racisme) bewegingen, als een helder omlijnde identiteit of gemeenschap gezien, geclaimd en gepresenteerd ten opzichte van witheid terwijl deze lijnen en grenzen in werkelijkheid veel diffuser zijn. Binnen zwarte gemeenschappen is er een behoefte aan emancipatie, onderlingen verbinding en solidariteit , daarmee is er ook het risico dat we 'zwart zijn' essentialiseren door de diversiteit binnen de Afrikaanse diaspora uit te wissen. Zeker in de Nederlandse context zie je dat de ervaring van mensen uit continentaal Afrika hierdoor vaker op de achtergrond verdwijnt terwijl de narratieven en ervaringen van zwarte mensen uit de Afro-Caribische diaspora, uit de voormalige kolonies domineert. “Zwart-zijn wordt in de Lage Landen door een Caribische of Afro-Amerikaanse bril bekeken, maar de lokale, zwart-Afrikaanse ervaring is onzichtbaar” zei Ebisse Rouw, een van de redacteurs van het boek. Daarom is er geschiedenis geschreven door voor het eerst een boek te publiceren waarin de visie en ervaringen van mensen van het continent centraal staan. Koloniale helden De afgelopen maanden is er ook - weer - discussie geweest over koloniale straatnamen en beelden. Zo zijn er mensen die in Urk de straten in een buurt willen laten vernoemen naar koloniale 'zeehelden'. “Wij vinden het belangrijk om de zeehelden te blijven eren”, zei wethouder Gerrit Post van Hart uit het dorpje Urk. Hiermee refereerde hij onder meer aan Michiel de Ruyter en Jan Pieterszoon Coen. Deze figuren worden door vele witte Nederlanders gezien als 'helden' Dezelfde 'helden' worden echter door velen die met een dekoloniale blik naar de geschiedenis kijken gezien als misdadigers. De 'zeeheld' Coen liet immers 15.000 Bandanezen vermoorden tijdens zijn koloniale expedities. Onlangs besloot een Amsterdamse school vernoemd naar J.P Coen zich al te ontdoen van deze naam. Mede door acties van De Grauwe Eeuw is er al enkele jaren discussie over koloniale straatnamen en beelden. Dit is echter geen nieuwe discussie. Op 25 februari jl. herdachten we een zwarte held, anti-koloniaal verzetsstrijder Anton de Kom. Hij schreef in zijn boek "Wij Slaven van Suriname" in 1934 al over de verheerlijking van koloniale helden in de kolonie Suriname en het gebrek aan onderwijs over de echte helden die in verzet kwamen tegen kolonialisme en slavernij: Geen beter middel om het minderwaardigheidsgevoel bij een ras aan te kweken, dan dit geschiedenisonderwijs waarbij uitsluitend de zonen van een ander volk worden genoemd en geprezen. Het heeft vrij lang geduurd voor ik mijzelf geheel van die obsessie bevrijd had, dat een n*g*r altijd en onvoorwaardelijk de mindere zijn moest van iedere 'blanke''' . (...) Wanneer wij […] op school les in de Vaderlandse Geschiedenis kregen, dan was dat natuurlijk de geschiedenis der blanke krijgslieden. Voor de klas stonden de eerwaarde Tilburgse broeders en zij onderwezen ons in de heldendaden van Piet Hein en van De Ruiter, Tromp in de Evertsen en Banckert.’ (...) ‘Wij, die de namen van de opstandelingen Boni, Baron en Joli Coeur tevergeefs in onze geschiedenisboekjes zochten, beijverden ons om vlug en nauwgezet voor het examen de namen en jaartallen op te dreunen der Nederlandse gouverneurs, onder wier bewind men onze vaders als slaven ingevoerd heeft.’ Anti-koloniale helden Anton de Kom zou op 22 februari 2018 jarig zijn, in 1945 kwam hij echter om nadat hij zich had aangesloten bij het verzet tegen de nazi's en NSB'ers. Het werk en de woorden van anti-koloniale denkers uit de jaren '30 zoals de Kom zijn vandaag de dag nog steeds relevant. Ze waren zij zich toen al bewust van de impact dat onderwijs op de geesten van mensen kan hebben. Anton de Kom werd vanwege zijn antikoloniale in 1933 uit Suriname gedeporteerd. In Nederland ontmoette hij een andere Surinaamse anti-koloniale activist Otto Huiswoud, samen reisden ze naar een bijeenkomst van de Anti-Imperiale Liga in Parijs. Ook Otto Huiswoud was zich hiervan bewust. In de Koerier, het blad dat de vereniging Ons Suriname onder zijn redactie, in de jaren '50 uitgaf stond het volgende geschreven: "Het kernpunt hier is het feit, dat de koloniale machten het onderwijs ondergeschikt maken aan hun belangen. De koloniale heersers hebben behoefte aan inheemse intellectuelen, Soms, en in het bijzonder nu, ten gevolge van de huidige internationale ontwikkeling, is het moeilijk het oude koloniale regiem zonder meer te handhaven. Men gaat er dan toe over het regiem in een ander kleed te hullen en verzekert zich van de diensten van enkelingen uit het onderworpen volk. Omdat zij liever niet direct in kontakt komen met het volk, richten zij marionet regeringen op, lokale legertjes, etc. en waar zij kunnen, maken zij gebruik van intellectuelen, die volledig onverschillig staan tegenover de nationale onafhankelijkheid en vaak ook de culturele banden met hun volk verbroken hebben. Ook gebruiken de kolonialisten inheemsen voor het administratieve werk. In sommige koloniën hebben zij een heel legertje advocaten, die in vele gevallen gebruikt worden hun belangen te beschermen. De koloniale opvoeding is niet beperkt tot deze doelstellingen. De opvoeding is direct gericht tegen de geschiedenis van het volk, historische feiten worden vervalst, de geschiedenis van het volk wordt geheel verdrongen door die van het moederland, of zij wordt domweg "verdonkermaand". Nationale helden worden misdadigers en terroristen, terwijl de kolonialisten gepresenteerd worden als vaderlijke, menslievende, hoger ontwikkelden en soms zelfs tot nationale helden van het gekoloniseerde volk worden verheven." De anti-koloniale activisten en denkers zagen overigens niet alleen de onderdrukking in de kolonies maar ook het aankomende gevaar van het fascisme in de jaren '20. Zo schreven en vochten ze actief tegen het fascisme in de jaren '30 en '40. Zowel Hermina als Otto Huiswoud schreven artikelen over het gevaar van Hitler en het opkomende fascisme in Duitsland. Anton de Kom sloot zich aan bij het verzet tegen de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog en kwam om in een concentratiekamp. Historicus Karwan Fatah-Black merkte tijdens het event over Anton de Kom scherp op dat er een parallel getrokken kan worden tussen de fascistische beweging en fascistische elementen in de hedendaagse politiek zoals Forum voor Democratie. Zo propageerden fascisten en nazi's onverhuld over genetisch superieurse rassentheoriëen en probeerden ze in de jaren '20 progressieve vooruitgang terug te dringen zonder te weten wat voor desastreuze gevolgen dat zou hebben en hebben we vandaag de dag een partij in het Nederlandse parlement waarbij de partijleider spreekt over 'homeopathische verdunning van het Nederlandse volk' en de intelligentie van zwarte mensen in twijfel trekt op basis van vermeende raciale of culturele verschillen. De pijnlijke ironie is dat het verhaal van Hermina en Otto Huiswoud net zoals in dit artikel werd beschreven verdrongen lijkt te zijn. Daarom besloten The Black Archives en Vereniging Ons Suriname om een expositie te openen over het bijzondere verhaal van de Huiswouds. Het zou tot 25 februari open zijn, maar deze maand hebben wij besloten om het te verlengen tot begin juli 2018! Black Panther(s) Het gebrek aan zwarte helden in kinderboeken en het onderwijssysteem geld ook voor andere media zoals films. Half februari ging de nieuwe Marvel film, Black Panther, in première, een van de eerste superhelden films waarin de cast voornamelijk uit zwarte mensen bestaat. De film heeft nu al het record verbroken van best bezochte Marvel film in het openingsweekend en het was zelfs de afgelopen weken in Nederland de best bezochte film. De film is niet alleen vanwege de recordbrekende bezoekersaantallen een kaskraker, het lijkt een cultureel fenomeen te worden omdat het breekt met het probleem dat Anton de Kom in de jaren ' 30 en Huiswoud in de jaren ' 50 al bekritiseerden. In het onderwijssysteem, én in populaire films, waren de helden bijna altijd wit, zelfs als ze in werkelijkheid koloniale misdadigers waren. Voor vele mensen in de Afrikaanse diaspora heeft Black Panther dan ook een diepere betekenis omdat ze voor het eerst zichzelf in een kaskraker op het witte doek te zien, zowel als held, als als anti-held. Het Afrofuturistische Wakanda creëert een beeld van een Afrikaans land dat niet is gekoloniseerd, waarin verschillende zwarte volkeren in welvaart en vrede met elkaar samenleven, waarin traditie en spiritualiteit naast technologische ontwikkeling bestaan en vrouwen geen onderschikte rol hebben maar gelijkwaardig naast mannen staan als krijgers, adviseurs én uitvinders. Hoewel er genoeg kritische noten vallen te kraken over de film en het fictieve land Wakanda is er met Black Panther geschiedenis geschreven door een radicaal te breken met narratieven waarin witte mensen of stereotype karakters van zwarte mensen centraal staan. Hoewel het een op fictie gebaseerde film is zijn er subtiele en minder subtiele referenties naar echte historische zwarte helden en bewegingen in de film te zien. Zo is er een poster van Huey P. Newton, één van de oprichters van de Black Panther Party of Self-Defense, in het huis van de vader van Killmonger in Oakland. Newton en de Black Panthers zijn voor velen nog steeds echte helden. Black Panther biedt ook voer voor discussies die, zoals Chadwick Boseman (T'Challa) in een interview bij de Breakfast Club zei, alleen gevoerd kan worden tussen mensen uit de Afrikaanse diaspora en het continent. Het is een verhaal over de woede en pijn dat voortkomt uit de ontworteling die vele mensen uit de Afrikaanse diaspora met een slavernijgeschiedenis met zich meedragen en de zoektocht naar hun Afrikaanse wortels ten opzichte van mensen van het continent die nog stevig geworteld zijn in taal, culturen en tradities. Ook biedt de film voer voor discussie over strategieën van verzet tegen onderdrukking en (neo)kolonialisme. Zo is het onmiskenbaar dat de film revolutionair genoemd kan worden in termen van de representatie van zwarte mensen in de film. Over de (politieke) boodschap van de film valt echter veel te discussiëren. Want was het wel zo heldhaftig dat T'Challa ervoor koos om samen te werken met een CIA-agent om zijn neef Kilmonger, die onderdrukte volkeren wilde bewapenen, te vermoorden? De CIA (en de FBI) hebben een centrale rol gespeeld in de repressie van zwarte revolutionairen zoals de Congolese vrijheidsstrijder Patrice Lumumba, de echte Black Panthers. Ook Otto en Hermina Huiswoud werden op de voet gevolgd door de inlichtingendiensten. En wat te denken van Wakanda, een fictief land dat beschikt over de meest ontwikkelde technologische middelen ter wereld maar deze geheim houdt terwijl andere Afrikanen tot slaaf werden gemaakt en onderdrukt door de colonizers. Deze vragen verdienen een andere blog én discussie. De kritiek op de film toont aan dat het op het gebied van esthetiek en representatie revolutionair is maar inhoudelijk ver stond van de ideeën van echte zwarte revolutionairen. Maar het feit dat zwarte mensen na het zien van een Hollywood film deze discussie kunnen voeren is al historisch te noemen. Zwarte kinderen hoeven anno 2018 gelukkig niet alleen meer te leren en lezen over J.P. Coen en Michiel de Ruyter als zogenaamde helden uit het verleden en witte superhelden uit een fictief land. Ze kunnen zich nu spiegelen aan de fictieve superhelden uit Black Panther én leren van helden die in het echt verzet hebben gepleegd zoals Hermina en Otto Huiswoud, Anton de Kom, de Black Panthers en vele anderen wiens verhalen in The Black Archives terug te vinden zijn. De expositie Zwart en Revolutionair over Hermina en Otto Huiswoud zou tot 25 februari blijven staan. Het wordt wegens succes verlengd tot begin juli 2018! De expo gaat twee weekenden dicht voor onderhoudswerkzaamheden, vanaf 16 maart 2018 is het weer open en starten wij weer met rondleidingen. Check in de tussentijd deze artikelen over en van Anton de Kom en een prachtige documentaire over de Black Panther Party of Self-Defense:
0 Opmerkingen
Door: Mitchell Esajas* De vondst van een historische schat: The Black Archives Deze week is het exact twee jaar geleden dat wij van de Verhalenkamer in Amsterdam-Noord verhuisden naar het pand van Vereniging Ons Suriname. Op 23 januari 2016, om precies te zijn, betraden wij dit historische pand. In een ruimte op de derde verdieping van het pand scheen ook een collectie boeken en documenten te liggen. Wat er precies lag wisten we niet, de ruimte was echter een grote chaos. Het lag vol met oude dozen en kasten die door de dikke lagen stof de indruk gaven dat ze de afgelopen decennia in de vergetelheid waren geraakt. We hadden echter dringend ruimte nodig voor onze boeken dus we maakten een deal met de vereniging: als hij hen hielpen de ruimte op te ruimen konden wij onze boeken erbij plaatsen. Terwijl we bezig waren orde in de chaos te scheppen kwamen we echter bijzondere boeken en documenten tegen. Een oude Time magazine uit 1963 met James Baldwin op de cover, programma boekjes van Keti Koti emancipatie herdenkingen uit de jaren ’50 én toen we een boek van de beroemde poet Langston Hughes met zijn handtekening vonden wisten we dat we een schat hadden gevonden. Veel van de schatten kwamen uit dozen waar de naam ‘Huiswoud’ op stond geschreven. Een deel van de collectie bleek verzameld te zijn door Hermine en Otto Huiswoud. Zo begon onze zoektocht naar de herkomst van deze archiefstukken en het uitzonderlijke verhaal van de Huiswouds.
Een zoektocht naar het verhaal van Hermine en Otto Huiswoud: vergeten zwarte revolutionairen Otto Huiswoud is geboren in 1893, zijn vader heeft nog als tot slaaf gemaakte moeten werken onder het Nederlandse koloniale bewind. Otto was een nieuwsgierige jongen en belandde op zestienjarige leeftijd als matroos in de leer van een kapitein op een schip dat Nederland als eindbestemming had. Hij zou deze eindbestemming echter niet direct bereiken omdat hij in New York aan wal trad. In New York kwam hij al snel in aanraking met socialistische literatuur en mensen die politiek actief waren zoals Hubert Harrison, een Afro-Amerikaan met wortels in het Caribische eiland St. Croix die bekend kwam te staan als “the Voice of Harlem Radicalism”. Het duurde niet lang totdat Huiswoud zelf ook politiek actief werd. In 1919 was hij de enige zwarte medeoprichter van de Communist Party of America (CPUSA). De partij ontstond toen er na de Russische Revolutie een splitsing gebeurde binnen de socialistische partij. Ook Otto actief in de African Blood Brotherhood, een militante zwarte organisatie die als doel had om de positie van Afro-Amerikanen te verbeteren. Hermina werd geboren in 1919 in Brits-Guyana en migreerde in 1919 met haar familie naar New York. Otto en Hermina ontmoetten elkaar in New York en zouden de rest van hun leven met elkaar delen. In 1922 reisde Otto als afgevaardigde namens de CPUSA naar het Vierde Wereldcongres van de Comintern in Moskou. Samen met de Jamaicaanse poet Claude McKay spande hij zich in om wat zij “the Negro Question” noemden op de agenda van de partij te krijgen. Otto Huiswoud en Claude McKay, 1922 in Moskou Zwarte communisten en “the Negro question” Vele zwarte activisten, zoals de Huiswouds en McKay, haalden inspiratie uit de Oktoberevolutie in Rusland van 1917 en uit communistische ideologie. Communisten streefden een wereldrevolutie na waarin arbeiders de imperiale machten en het systeem van kapitalisme omver zouden werpen. Op basis van socialistische theorie stelden zwarte communisten dat “the Negro question”, de onderdrukking van mensen van Afrikaanse herkomst in de hele wereld, fundamenteel een economisch probleem was waarin zwarte mensen als een bron van goedkope arbeid werden gebruikt door de kapitalistische klasse.[1] Zo betoogde Huiswoud het volgende tijdens het congres in Moskou: “Although the Negro problem as such is fundamentally an economic problem, notwithstanding, we find that this particular problem is aggravated and intensified by the friction which exists between the white and black races. It is a matter of common knowledge that prejudice as such, although born from the class prejudice that any group takes in society, notwithstanding the question of race, does play an important part. Whilst it is true that, for instance, in the United States of America the main basis of racial antagonism lies in the fact that there is competition of labor in America between black and white, nevertheless, the Negro bears a badge of slavery on him which has its origin way back in the time of his slavery. Hence you find that this particular antagonism on the part of the white workers to the black workers assumes this particular form because of this very fact.” Although the Negro problem as such is fundamentally an economic problem, notwithstanding, we find that this particular problem is aggravated and intensified by the friction which exists between the white and black races. It is a matter of common knowledge that prejudice as such, although born from the class prejudice that any group takes in society, notwithstanding the question of race, does play an important part. Whilst it is true that, for instance, in the United States of America the main basis of racial antagonism lies in the fact that there is competition of labor in America between black and white, nevertheless, the Negro bears a badge of slavery on him which has its origin way bak in the time of his slavery. Hence you find that this particular antagonism on the part of the white workers to the black workers assumes this particular form because of this very fact.” – Huiswoud, 1922 Otto Huiswoud, Langston Hughes en een Afro-Amerikaanse delegatie in de Sovjet Unio in de jaren '30 Het organiseren en mobiliseren van zwarte mensen in de VS en kolonies in Afrika en het Caribisch gebieden zagen ze als een essentiële stap om de wereldrevolutie tot stand te brengen. Daarnaast zagen ze solidariteit tussen zwarte en witte arbeiders als een noodzakelijk middel om te revolutie tot stand te brengen. Concurrentie tussen de arbeiders en de erfenis van slavernij dat zich uitte in vicieuze vormen racisme en discriminatie verdeelde de arbeidersklasse echter volgens zwarte communisten. Zo werden zwarte arbeiders vaak niet toegelaten tot vakbonden, kregen ze minder betaald voor het zelfde werk en was er sprake van segregatie verschillende publieke en private voorzieningen zoals scholen, bussen en zwembaden. Het racisme uitte zich in deze periode op zeer gewelddadige manier door de lynchpraktijken waarmee zwarte gemeenschappen stelselmatig geterroriseerd werden. Het was een periode waarin witte suprematie expliciete en gewelddadige vormen aan nam in de VS en waarin Europese mogendheden het grootste deel van het Afrikaanse continent, Zuid-Amerika en het Caraïbische gebied onder koloniale controle had. Het vond echter ook plaats in de vorm van subtielere vormen van racisme zoals uitsluiting op de arbeidsmarkt en de woningmarkt in het Noorden van de VS. Er was nog weinig sprake van georganiseerd verzet, verzet was immers levensgevaarlijk. Bekijk hier een lezing van dr. Hakim Adi, auteur van het boek Pan-Africanism & Communism De Russische revolutie en de communistische visie dat een eeuwenoud imperium omver had geworpen en openlijk opriep tot bevrijding van alle onderdrukte volkeren bood voor vele zwarte activisten dan ook een aanlokkelijk vergezicht. Zwarte radicalen zagen de wereldrevolutie als een kans om zichzelf en de gekoloniseerde gemeenschappen waar ze uit voortkwamen te bevrijden. Huiswoud was één van de vele zwarte radicalen die zich in deze periode aansloot bij de Communistische beweging om de strijd aan te gaan voor de wereldrevolutie. In de periode voor de Tweede Wereldoorlog wist hij, tezamen met zijn vrouw Hermina, een prominente carrière als professioneel revolutionair op te bouwen waarbij hij onder meer de wereld rond rees om zwarte vakbondsbewegingen op te zetten en met elkaar te verbinden. Zo werd Otto, nadat George Padmore uit de partij was gezet, voorzitter van de International Trade Union Committee of Negro Workers (ITUCNW). Als redacteur van hun blad, the Negro Worker, had Otto contact met zwarte activisten in de VS, Europa, het Afrikaanse continent, het Caraïbische gebied en in Latijns-Amerika. Zo schreef Anton de Kom in 1923 een artikel getiteld “Starvation, Misery and Terror in Dutch Guiana". Ook stonden er boeiende artikelen in over de Scottsboro Case, de Congo, de invasie van Ethiopië door de Italianen en meer. Marcus Garvey en de UNIA Hoewel vele zwarte radicalen wilden strijden voor vrijheid hun heil vonden in het communisme waren er ook andere visies, stromingen en bewegingen. De voornaamste zwarte emancipatie beweging die in dezelfde periode opkwam was de Universal Negro Improvement Association (UNIA) onder leiding van Marcus Garvey. Garvey was reeds in Jamaica begonnen maar richtte in hetzelfde jaar dat de Oktoberrevolutie plaatsvond, in 1917, een divisie in de Verenigde Staten op. Een directe aanleiding was de bloedige “East St. Louis riot” waarbij 40 zwarte Amerikanen door racistisch geweld waren omgekomen, nota bene vanwege een conflict tussen zwarte en witte arbeiders. Witte arbeiders waren bang dat zwarte arbeiders hun banen in de aluminium industrie zouden overnemen.[1] In tegenstelling tot de zwarte communisten geloofde Garvey niet dat “the Negro Question” fundamenteel een economische kwestie van klassenstrijd was waarbij solidariteit met witte arbeiders vereist was. Bij Garvey stond “race first”, als voorvechter van zwart nationalisme geloofde hij dat zwarte mensen geëmancipeerd konden worden door politieke, economische en culturele onafhankelijkheid na te streven. “Africa for the Africans, at home and abroad” was zijn motto. Met de fameuze Black Star shipping line beoogde hij de handel tussen verschillende zwarte gemeenschappen te bevorderen en middels de krant “the Negro World” wist hij miljoenen zwarte mensen te bereiken. Garvey wordt gezien als één van de iconen van het Pan-Afrikanisme, een ideologie en beweging gebaseerd op het idee dat mensen van Afrikaanse herkomst wereldwijd gezamenlijke belangen hebben en zich daarom dienen te verenigen. [1] Ida B Wells schreef hierover? The renowned journalist Ida B. Wells reported in The Chicago Defender that 40–150 African-American people were killed during July in the rioting in East St. Louis.[14][18] The NAACP estimated deaths at 100–200. Six thousand African-Americans were left homeless after their neighborhood was burned. https://en.wikipedia.org/wiki/East_St._Louis_riots Bekijk hier een documentaire over Marcus Garvey: Garvey’s UNIA heeft tot nu toe de grootste massabeweging van zwarte mensen in de geschiedenis gehad, op het hoogtepunt had de beweging naar schatting een miljoen leden in de VS, het Caribische gebied en Europa. Wegens persoonlijke én politieke omstandigheden, waaronder felle strijd met zwarte communisten en veiligheidsdiensten, zijn Garvey en de UNIA relatief snel weer ten onder gegaan. Hij werd in 1923 veroordeeld wegens fraude en in 1927 naar Jamaica gedeporteerd. De UNIA is er nooit bovenop gekomen maar de immense ideologische invloed van Garvey is tot vandaag de dag zichtbaar geweest in de visie van zwarte emancipatiebewegingen. Zijn woorden zijn vereeuwigd in het bekende lied van Bob Marley, Redemption song: "Emancipate yourselves from mental slavery, none but ourselves can free our minds!” De zwarte ster op de Ghanese vlag is mede-geïnspireerd door de Black Star line van Garvey. Hoewel Garvey geen wereldrevolutie nastreefde zoals de zwarte communisten heeft zijn visie en beweging voor een revolutie in de geest van vele zwarte mensen gezorgd die na eeuwenlange racistische indoctrinatie leerden trots op zichzelf, hun huidskleur en hun Afrikaanse achtergrond te zijn. Muurschilderingen van Brian Elstak / Foto's: Maartje Strijbis Het grote debat: Garvey vs. Huiswoud Tijdens ons onderzoek kwamen tot de bijzondere ontdekking dat Huiswoud en Garvey elkaar kenden. Hoewel ze allebei de emancipatie van zwarte mensen nastreefden hadden ze tegengestelde visies op de manier waarop de emancipatie gerealiseerd kon worden. In 1929 bezochten Otto en Hermina in opdracht van de Comintern een aantal Caribische en Zuid-Amerikaanse landen: Trinidad, Haiti, Colombia, Suriname, Brits-Guyana én Jamaica. In Jamaica vond in dezelfde periode een congres van de UNIA, die Garvey nieuw leven in probeerde te blazen, plaats. Huiswoud zag de kans schoon om Garvey tot een publiek debat uit te dagen in het hol van de leeuw, in zijn thuisland en tijdens zijn eigen congres. Garvey accepteerde het debat. Het debat werd groots aangekondigd in de Jamaicaanse krant, the Gleaner. Huiswoud zou de volgende stelling verdedigen: “The Negro problem can only be solved by International Labour Co-Operation between White and Black Labour". Garvey stond er tegen over. In een verslag van het debat in dezelfde krant enkele dagen later, getiteld “How can the Negro problem be solved?”, stond de visie van Huiswoud en de zwarte communisten duidelijk beschreven: “Mr. Huiswoud moved for the affirmative. He said that he believed that the negro problem could only be solved through international cooperation of the workers, black, white and yellow The issue meant the relationship of the black and white, living side by side, the relationship of master and slave. It was an exploitation of negroes by the white ruling class with the only one object in view the securing of super-profits. (…) The Negro problem was definitely a class problem, fundamentally a class one and not a race one, for race served to intensify the situation, and gave an impetus to the further exploitation of the negro.” Garvey verdedigde daarentegen zijn positie dat zwarte mensen zich niet slechts moesten richter op arbeid maar ook kapitaal moesten vergaren zodat hun eigen imperium konden starten. Garvey won het debat maar volgens archiefstukken wist Huiswoud in het hol van de leeuw toch een aantal mensen voor zich te winnen. Hij keerde een jaar later, in 1930, terug om zwarte arbeiders te ontmoeten maar werd door de autoriteiten als “communist agitator” gezien en tegengewerkt. In 2018 beogen wij nader onderzoek te doen naar dit debat en de verschillende stromingen in de zwarte radicale traditie. De relevantie van het debat Hoewel het debat tussen Garvey en Huiswoud 90 jaar geleden, in 1927, plaatsvond is het vraagstuk, “the Negro Question”, anno 2017 nog erg relevant. Wereldwijd, van het Afrikaanse continent, tot de Verenigde Staten, Europa en het Caraïbische gebied, bevindt het gros van de mensen van Afrikaanse herkomst zich aan de onderkant van de maatschappelijke ladder. Op dagelijkse basis worden mensen van Afrikaanse herkomst nog gedehumaniseerd met de moderne vorm van slavernij in Libië en de talloze Afrikanen die de dood vinden tijdens hun overtocht van het continent naar Europa als tragische dieptepunten. Ondanks het feit dat bepaalde doelen, van zowel Huiswoud als Garvey, zijn gerealiseerd leeft het overgrote deel van de mensen van Afrikaanse herkomst onder erbarmelijke omstandigheden. Na de dekolonisatiegolf in de jaren ’50 en ’60, waarin zowel zwart nationalisme als communistische geïnspireerde emancipatiebewegingen een belangrijke rol speelden, zijn de meeste Afrikaanse en Caraïbische landen politiek onafhankelijk geworden. Economisch gezien zijn vele landen echter nog in een afhankelijke positie waarin grondstoffen worden geëxploiteerd door westerse bedrijven die grote winsten maken terwijl het gros van de bevolking er niet van profiteert. Politiek gezien zijn in de meeste Afrikaanse en Caribische landen “zwarte leiders” aan de macht, maar de oude koloniale machtsstructuren lijken ook onder hun bewind weinig verandert te zijn. In vele Caraïbische en Afrikaanse landen is er weliswaar een kapitaalkrachtige klasse van zwarte mensen ontstaan. In vele gevallen is er een kleine groep die van de rijkdom geniet terwijl de massa in armoede leeft of met zeer beperkte middelen moet zien te overleden. Zo bleek uit onderzoek dat er meer dan 160,000 mensen zijn die een vermogen van meer dan $1 miljoen bezitten terwijl het bruto nationaal inkomen per hoofd nog relatief laag is en ongeveer de helft van de kinderen in de regio onder de Sahara in extreme armoede, $1.90, per dag leven.[1] [2] Het gemiddelde inkomen in ‘westerse’ landen is hoger waardoor extreme armoede minder voorkomt maar de inkomens- en vermogensongelijkheid is nog gigantisch. Volgens onderzoekers zou het 228 jaren duren om de kloof in vermogensongelijkheid tussen zwarte en witte gezinnen in de VS te dichten.[3] In the New Jim Crow beschrijft Michelle Alexander hoe, ondanks de overwinningen van de Civil Rights Movement, een aanzienlijk deel van de Afro-Amerikaanse bevolking vast zit in een “raciale onderklasse”. Ondanks het feit dat er een bovenklasse van vermogende Afro-Amerikanen is ontstaan reproduceert het systeem van massa-incarceratie, “the New Jim Crow” raciale ongelijkheid in stand. Er zijn momenteel meer Afro-Amerikanen in de gevangenis of in de reclassering dan dat er in 1850 tot slaaf gemaakt waren en een kwart van de Afro-Amerikaanse bevolking leeft onder de armoedegrens. Hoewel de extreme vermogens- en inkomensongelijkheid in Nederland minder sterk is dan in de VS en extreme armoede nauwelijks voorkomt is er ook hier sprake van raciale ongelijkheid. Zo leeft, volgens het CBS, 12% van de Surinaamse Nederlanders en 20% van de Caraïbische Nederlanders in armoede ten opzichte van 5% van de mensen van Nederlandse origine. Over mensen van het Afrikaanse continent zijn de cijfers minder makkelijk te vinden. Tijdens onze studiereis werden we door de gebeurtenissen in Charlottesville wederom op een gewelddadige manier herinnert dat het probleem van witte suprematie nog niet tot het verleden behoort. Integendeel, het racisme en de witte suprematie dat zo openlijk getoond werd in de tijd dat Huiswoud en Garvey leefden lijkt een comeback te hebben gemaakt. “The Negro Question” is net zo relevant als 90 jaar geleden maar wat kunnen we leren van de levens van de verschillende bewegingen die hebben gestreden? Wie had gelijk vanuit historisch perspectief, Garvey, Huiswoud of zat er in elk van hun visies een kern van waarheid? Hoe komt het dat velen van ons Garvey wel kennen maar nog nooit van Huiswoud hebben gehoord en wat is de legacy van Hermine en Otto Huiswoud in Nederland? De komende maanden gaan wij verder met ons onderzoek naar Hermine en Otto Huiswoud. Op 27 januari zal historicus Hakim Adi een lezing geven op basis van zijn boek Pan-Africanism and Communism waarin onder meer het debat tussen Garvey en Huiswoud is belicht. Bezoek voor meer informatie onze website www.theblackarchives.nl. * Een andere versie van dit artikel werd eerder gepubliceerd via IISR. Lees hier de reactie van Sandew Hira.
Read more: Op 17 januari 2018 is het precies 57 jaar geleden dat de Congolese vrijheiddstrijder Patrice Lumumba werd vermoord. Patrice Lumumba was één van de veelbelovende antikoloniale leiders die voortkwam uit de dekolonisatie golf in de jaren '50 en '60 op het Afrikaanse continent. In 1958 richtte Lumumba de Congolese National Movement (Mouvement National Congolais; MNC) op waarmee hij vocht voor de onafhankelijkheid van Congo dat nog een Belgische kolonie was. Koning Leopold van België had de Congo tot zijn persoonlijke bezit verklaart en een van de meest gewelddadige koloniale systemen ingevoerd dat tussen 1880 en 1910 tenminste 10 miljoen Congolezen het leven had gekost. Lumumba werd na een intense onafhankelijkheidsstrijd, dat toen nog een Belgische kolonie was, de eerste premier van de Republiek Congo. Op 20 juni 1960 was de Belgische koning Boudewijn in Congo om de onafhankelijkheid te officieel te 'overhandigen', Lumumba had geen toestemming gekregen om te spreken. Hij onderbrak echter de toesprak van de koning en gaf zelf een legendarische en krachtige speech waarin hij zich zeer kritisch uitliet over de voormalige kolonisatoren. De speech staat bekend als de "Bloed en Vuur" speech, lees en bekijk hieronder de speech: "Dit was ons lot gedurende tachtig jaar koloniaal regime, onze wonden zijn nog te vers en te pijnlijk om ze uit ons geheugen weg te wissen. Wij hebben dwangarbeid gekend in ruil voor lonen die veel te laag waren om voldoende te kunnen eten, ons waardig te kleden of te wonen of om onze kinderen als dierbaren te kunnen opvoeden. Wij hebben spot, beledigingen, slagen gekend die we ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds moesten ondergaan, omdat wij 'negers' waren. Wij zijn getuige geweest van het afschuwelijke lijden van degenen die veroordeeld waren voor hun politieke standpunten of godsdienstige overtuigingen: verbannen in hun eigen land was hun lot nog slechter dan de dood." (...) "Samen zullen wij sociale rechtvaardigheid vestigen en ervoor zorgen dat iedereen een rechtvaardige vergoeding voor zijn arbeid ontvangt. Wij zullen de wereld tonen wat de zwarte man kan realiseren wanneer hij in vrijheid kan werken, en wij zullen van Congo het stralend voorbeeld voor heel Afrika maken." Deze speech werd hem niet in dank afgenomen door de (neo)koloniale autoriteiten. Hij werd als een gevaar voor de gevestigde orde gezien. Vele Westerse entiteiten hadden, en hebben vandaag de dag nog steeds, belangen in het grondstoffen rijke Congo. Lumumba werd binnen een jaar, onder druk van neokoloniale machten, vermoord. Bekijk de documentaire "The Assissination of Patrice Lumumba": De Huiswouds, Pan-Afrikanisme en Lumumba In de expositie Zwart en Revolutionair is te lezen dat de laatste activiteit waar Otto Huiswoud zich mee bezig hield, voor hij zelf in 1961 overleed, een actie rondom de moord op Lumumba was. Reeds in 1931 schreef Otto Huiswoud in The Negro Worker een kort artikel getiteld "The Congo Uprising" over een opstand tegen de koloniale autoriteiten. Hij schreef: "Once again revolt is sweeping the Belgian Congo. In 1925, again in 1928 the revolt of the native masses was ruthlessly drowned in b lood by Belgian imperialism. But despite the slaughter, the terrible oppression of the native masses of the Congo has once more for ced them into revolt. (...) The Belgian imperialists are trying their best to crush the rising tide of rebellion, but the revolts of the native masses in Africa today have far greater possibilities of success than ever before." De Huiswouds probeerden in de jaren '30 middels het krantje The Negro Worker en de International Trade Union Committee of Negro Workers (International Trade Union Committe of Negro Workers) zwarte mensen in de diaspora en in het continent te mobiliseren voor een anti-koloniale en anti-imperialistische revolutie. In die zin waren ze onderdeel van een vroege pan-Afrikaanse beweging, een beweging die het gezamenlijke belang van mensen van Afrikaanse herkomst inzag. Vanuit de Pan-Afrikaanse visie wisten ze een netwerk op te bouwen van zwarte activisten, intellectuelen en leiders in Noord-Amerika, het Caribsich gebied, Europe en het Afrikaanse continent. Toen de dekolonisatiegold in de jaren '50 en '60 op gang kwam volgden de Huiswouds de ontwikkelingen op de voet. Zo werd er in het krantje dat er in de jaren '50 vanuit Vereniging Ons Suriname, de Koerier, onder leiding van Otto Huiswoud geschreven over de onafhankelijkheid van Ghana, Marokko en de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika. Hermie onderhield in deze periode nauw contact met de Afro-Amerikaanse dichter Langston Hughes. Hughes schreef een prachtig gedicht over Lumumba getiteld "Lumumba's Grave". Het gedicht is in de expositie in een werk van kunstenaar Raul Balai te lezen. Is Pan-Afrikanisme nog relevant? Vanaf het begin van de 20e eeuw waren zwarte activisten wereldwijd verbonden via het Pan-Afrikanisme. Velen, zoals Hermina en Otto Huiswoud, die zich identificeerden met het Pan-Afrikanisme sympathiseerden ook met het communisme of socialistische ideologieën. Is dit in de 21e eeuw nog relevant? Wat kunnen we van deze geschiedenis leren anno 2018 waarin de meeste Afrikaanse en Caribische landen onafhankelijkheid hebben verworven maar nog met grote economische en politieke problemen kampen? Hoe zit het met de verbinding tussen mensen uit de Afrikaanse diaspora in de Nederlandse context? Is er voldoende verbinding of is men vooral gericht op de eigen groep van herkomst? In de week van 22 januari gaan we in gesprek over Pan-Afrikanisme tijdens enkele evenementen:
"Voor Hand in Hand is er een direct verband tussen structureel racisme en kolonialisme. De eeuwenlange uitbuiting door de koloniale mogendheden heeft nog steeds nefaste gevolgen voor de machtsverhoudingen in de wereld. De grootschalige propaganda die deze uitbuiting goedpraatte door de gekoloniseerden te ontmenselijken (vaak letterlijk door er slaven van te maken) werkt nog steeds door in allerlei racistische denkbeelden en vooroordelen over de "andere", of ze nu in het Globale Zuiden wonen of in Europa. Deze koloniale machtsverhoudingen én denkbeelden zijn een belangrijke oorzaak van het huidige structurele racisme in onze samenleving. Ze creëren nog steeds een onderklasse van mensen die ongelijk behandeld worden omwille van hun huidskleur of afkomst. Zowel in de dagelijkse omgang als op het vlak van wonen, werken, onderwijs, enz. (...) De propaganda voor het koloniale systeem werd onder meer ondersteund via vele koloniale standbeelden en straatnamen. Zij monopoliseren de publieke ruimte in het discours over het koloniale verleden en verheerlijken de kolonisatoren als helden. Het is meer dan tijd om dit straatbeeld te dekoloniseren en de stemmen laten horen van mensen en organisaties met een migratie-achtergrond. Tijd om met ons allen in het reine te komen met het koloniaal verleden. En ook tijd om samen onze verantwoordelijkheid op te nemen." Wil je meer weten over Lumumba? Check dan deze artikelen:
Where do we go here? Lessen van Martin Luther King voor de anti-racisme beweging in Nederland1/7/2018
Door: Mitchell Esajas, mede-oprichter The Black Archives
Zondag 14 januari zal het Martin Luther King Day event van Humanity In Action plaatsvinden, de titel is dit jaar "Where do we go from here" op basis van een van de befaamde speeches en het gelijknamige boek van Martin Luther King Jr. uit 1967. Ik ben uitgenodigd om wat gedachten te delen over de anti-racisme beweging in Nederland, een grote eer. Afgelopen weekend heb ik tussen de rondleidingen in The Black Archives door even wat archiefstukken van Hermina Huiswoud bekeken. Hermina verzamelde tot ze in 1998 overleed magazines, krantenknipsels en boeken onder meer over de Civil Rights Movement. Één van mijn favoriete vondsten in het archief is een Ebony magazine uit 1962 met Martin Luther King Jr. op de cover. In het magazine lag ook een krantenartikel over Martin Luther King Jr. verborgen uit het Algemeen Handelsblad uit 1964, dr. King gaf die week een lezing in de RAI in Amsterdam tijdens een congres voor Europese baptisten.
De strijd van King is nog steeds nodig
In de zomer van 2015 had ik het privilege om naar Atlanta te gaan voor het John Lewis Fellowship voor een zomer programma over de Civil Rights Movement. Daar kocht ik het boek "Where do we go from here?" van Martin Luther King Jr. in het Martin Luther King Memorial Center, vlak naast de plek waar hij was geboren. Pas nu heb ik echter de tijd om het boek te lezen. Het is fascinerend om te lezen dat veel van de discussies die in de jaren '50 in de VS speelden ook vandaag spelen, zowel in de VS als in Nederland, weliswaar op een andere manier. Tijdens het fellowship zouden we leren over de burgerrechtenbeweging van de jaren '50 en '60. De heftige gebeurtenissen toonden echter dat racistisch geweld in de 21e eeuw nog even actueel was als zestig jaar geleden. Die zomer vonden er massale #BlackLivesMatter protesten plaats na de moorden op twee onschuldige zwarte mannen Alton Sterling en Philando Castille. De strijd die Martin Luther King Jr. en de burgerrechtenbeweging voerden werd voortgezet door een nieuwe generatie activisten, er speelden echter pittige discussies over de strategie en tactiek die voor vooruitgang kon zorgen, lees hier het essay dat ik voor Humanity In Action schreef.
De verzameling van Hermina Huiswoud
Hermina volgde de politieke ontwikkelingen in de wereld op de voet. Omdat Otto en Hermina zelf lang in de VS hadden gewoond en hun leven hadden geweid aan de strijd voor emancipatie van zwarte mensen volgden ze de burgerrechtenbeweging met extra interesse. In de collectie van de Huiswouds vonden we een map met krantenknipsels over de Civil Rights Movement . In de stapel vond ik een mooi artikel over een actie die scholieren uit Amsterdam hadden georganiseerd om solidariteit te tonen met kinderen in Little Rock. In Little Rock, Arkansas, mochten zwarte kinderen in 1957 voor het eerst naar een "geïntegreerde school" nadat de NAACP, één van de prominente burgerrechtenorganisatie, de Brown vs. Board of Education rechtszaak won. Door de gewonnen rechtszaak werd rassensegregatie op scholen verboden. Vele witte mensen in het zuiden van de VS, waaronder de gouverneur van de staat Arkansas wilden houden de de verandering echter tegenhouden. In het boek "Where do we go from here" wijt King een heel hoofdstuk aan de witte weerstand tegen de vooruitgang die de burgerrechtenbeweging aan het boeken was: "The persistence in depth and the dawning awareness that Negro demands will necessitate structural changes in society have generated a new phase of white resistance in North and South, schreef hij. Witte extremisten riepen op om de zwarte kinderen die naar de eerste geïntegreerde school gingen aan te vallen, de gouverneur roep zelfs de Nationale Garde op om de kinderen ervan te verhinderen om naar school te gaan. De toenmalige president Eisenhower stuurde als reactie daarop troepen naar de school om de kinderen onder bescherming naar school te laten gaan. De beelden van dit extreem racistische geweld gingen de hele wereld over en bereikten kennelijk ook kinderen in Amsterdam. Volgens een artikel uit het Parool van 2 oktober 1957 zamelden zo een duizend scholieren uit Amsterdam, o.a. van mijn oude school het Spinoza Lyceum, handtekeningen in om hun solidariteit te tonen met de kinderen in de VS. Ze overhandigden deze handtekening en een petitie aan de Amerikaanse ambassadeur, een mooi voorbeeld van solidariteit. King maakte zich echter niet alleen zorgen om de weerstand van witte extremisten, maar juist om de weerstand onder witte liberalen: "They are uneasy with injustice but unwilling yet to pay a significant price to eradicate it." (...) "Over the last few years I have felt that their most troublesome adversary was not the obvious bigot of the Ku Klux Klan or the John Birch Society, but the white liberal who is more devoted to "order" than to justice, who prefers tranquility to equality" (King, 1967: 93)
Kritiek van de Black Power beweging
Martin Luther King Jr. schreef het boek in 1967, een periode na de overwinningen van de Civil Rights Act (1964) en Voting Rights Act (1965). Na een decennium geweldloze strijd hadden zwarte mensen op papier eindelijk gelijke rechten en kansen. In de praktijk zette de segregatie, onderdrukking en ongelijkheid zich echter voort en op bepaalde vlakken was het zelfs verergerd. Mede vanwege het gebrek aan verandering ondanks de politieke overwinningen van de burgerrechtenbeweging, en het aanhoudende geweld raakte vele zwarte activisten teleurgesteld. Velen begonnen de strategie van geweldloos verzet in twijfel te trekken. In het tweede hoofdstuk van het boek beschrijft King de intense discussies die hij met o.a. Stokely Carmichael voerde. Carmichael en zijn medestanders zagen het nut van geweldloos verzet niet meer in en pleitten voor een visie gebaseerd op de slogan 'Black Power'. Zo zei Carmichael het volgende: “Dr. King's policy was that nonviolence would achieve the gains for black people in the United States. His major assumption was that if you are nonviolent, if you suffer, your opponent will see your suffering and will be moved to change his heart. That's very good. He only made one fallacious assumption: In order for nonviolence to work, your opponent must have a conscience. The United States has none.” In plaats van de focus op veranderen van het gedrag van de witte meerderheid moesten zwarte mensen zich volgens Black Power sympathisanten richten op het verkrijgen van politieke en economische macht. Bovendien zouden zwarte mensen bereid moeten zijn om zichzelf te verdedigen, zo nodig met geweld. Hoewel King zich kon vinden in de roep om politieke en economische macht te vergaren noemde hij Black Power een "nihilistische en onrealistische" visie. Zwarte mensen vormden een minderheid binnen de Verenigde Staten dus hij vond het onrealistisch om te denken dat zwarte mensen zich volledig konden separeren van witte mensen. De VS was een multi-etnische staat was waarin de verschillende groepen onlosmakelijk met elkaar verbonden waren én van elkaar afhankelijk waren. Bovendien vond King dat zwarte mensen een gewelddadige strijd tegen witte extremisten nooit zouden kunnen winnen omdat zei de politie, het leger en de staat achter zich hadden staan. Een gewelddadige strijd zou een vicieuze cirkel van haat en geweld opwekken, aldus King. Naast deze praktische argumenten was King geweldloos verzet op basis van zijn visie op liefde een fundamenteel aspect van zijn filosofie en levenswijze: "Returning violence for vilence merely multiplies violence, adding deeper darkess to a night already devoid of stars. Darkness cannot drive out darkness: only light can do that. Hate cannot drive out hare: only love can do that" (King, 1967: 64).
The Radical King
In "The Radical King" beschrijft dr. Cornel West hoe in mainstream media en educatie een bepaald beeld van dr. King is geconstrueerd dat hem reduceert tot een gemodereerde leider wiens visie was beperkt tot raciale integratie op basis van de befaamde "I have a dream speech". In werkelijkheid had dr. King een veel radicalere visie die hij constant verder ontwikkelde. Dr. King had serieuze kritiek op de manier waarop het kapitalistische systeem armoede onder zowel zwarte als witte mensen reproduceerde. Daarnaast had hij stevige kritiek op het militarisme van de VS dat in de jaren '60 een gewelddadige oorlog voerde in Vietnam. De drie grootste problemen van de VS noemende hij ook wel de "triple evils" van racisme, militarisme en armoede. King kon zich daarom wel vinden in de noodzaak om politieke invloed te winnen en economische macht op te bouwen. Zo beschreef hij in de gelijknamige speech "Where do we go from here" het interessante voorbeeld van "Operation Breadbasket". Dat was een programma van de burgerrechtenbeweging waarin ze afspraken om alle bedrijven die zwarte mensen discrimineerden en waar zwarte mensen in ondervertegenwoordigd waren te boycotten. "If you respect my dollar you must respect my person" zei King. Ze zetten bedrijven onder druk om te investeren in zwarte bedrijven en wijken zodat de economie in de zwarte achterwijken gestimuleerd konden worden. Met het programma wisten ze 2000 banen te scheppen en €15 miljoen aan inkomen binnen de zwarte gemeenschap in Chicago te genereren.
Een veranderd discours
Een ding kunnen we denk ik wel vaststellen: tien jaar geleden keek men je aan alsof je gek was als je durfde te zeggen dat er ook in Nederland sprake is van racisme. Ik durf te beweren dat de protesten (o.a. tijdens de nationale intochten) tegen zwarte piet essentieel zijn geweest om het publieke debat te doen kantelen en de keerzijde van de witte onschuld te openbaren. Na de gebeurtenissen rondom het zwarte piet debat: de emotionele racistische reacties van witte Nederlanders, de vele bedreigingen aan het adres van bekende en minder bekende Nederlanders en afgelopen jaar de levensgevaarlijke wegblokkade kan niemand dat racisme ook nog diep geworteld is in de Nederlandse samenleving. Door het intellectuele werk van zwarte vrouwen zoals Gloria Wekker, Philomena Essed en Anousha Nzume ontwikkelt zich naast het groeiende bewustzijn ook een taal om institutioneel racisme en ongelijkheid in de Nederlandse context te duiden. Termen en concepten zoals witte onschuld, wit privilege, institutioneel racisme en intersectionaliteit worden op regelmatige basis in mainstream media besproken. Zo was Sylvana Simons onlangs te gast bij Buitenhof en nam ze de ruimte om deze kwesties uitgebreid te bespreken. De kans is klein dat dit tien jaar geleden zou hebben plaatsgevonden. Een van de lessen die ik in Atlanta leerde was dat de focus vaak op dr. King ligt als de Civil Rights Movement wordt besproken. Achter en naast dr. King stonden echter duizenden mannen én vrouwen die de ruggengraat vormden van de beweging. Met name de rol van zwarte vrouwen zoals Coretta Scott King, Ella Baker en Fannie Lou Hamer in deze bewegingen wordt echter vaak vergeten of gewist uit de geschiedenis. Onlangs ontvingen wij een donatie, een stapel Ebony magazines uit de jaren '80. Op één van de magazines staat een mooie coverstory over Coretta Scott King "The Untold Story of Martin Luther King Jr. and Coretta Scott King". In 2015 gaf Sylvana Simons een lezing tijdens de Martin Luther King Day, het stond dat jaar in het teken van rol van vrouwen in de anti-racisme beweging. Drie jaar later kunnen we vaststellen dat zwarte vrouwen zoals Wekker, Simons en Nzume zich duidelijk laten horen en zien. Zij zijn de personen die het verhaal, de theorie en de taal van anti-racisme op een krachtige, elegante inhoudelijke en waardige manier weten te vertalen naar een breder publiek. Het wordt ze niet altijd in dank afgenomen maar de kans is klein dat ze uit de geschiedenis zullen worden geschreven. Achter deze zwarte vrouwen die prominent in de media voorkomen staan echter honderden andere zwarte vrouwen en vrouwen van kleur, en ook wat mannen, die zich dagelijks inzetten voor de hardnekkige strijd tegen racisme, een erfenis van honderden jaren kolonialisme en slavernij. Sommigen zoals Jessy, Chantelle, Devika en Kitty door hun tijd en energie op te offeren tijdens vreedzame protesten van Dokkum tot Rotterdam en anderen door constant in discussie te gaan met familie, met schoolbesturen, met collega's op de werkvloer en anderen die zich nog onder de mantel van witte onschuld verschuilen.
Where do we go from here?
De grote vraag die dr. King in 1967 stelde was “Where do we go from here?”. Ook voor de de anti-racisme beweging is dit een belangrijke vraag: Hoe gaan we verder en wat wordt de volgende stap? Heeft het nog nut om te blijven protesteren tijdens de (nationale) intochten of wordt het tijd voor andere acties? Moeten we ons minder richten op protest tegen en meer energie steken in het bouwen van eigen instituten ten behoeve van politieke en economische invloed? Wat is de rol van witte bondgenoten, hoe dealen we met anti-zwart racisme binnen andere gemeenschappen van kleur en creëer je solidariteit tussen verschillende gemeenschappen? Hoe zorgen we voor een beweging waarin andere vormen van onderdrukking zoals homofobie, transfobie, seksisme etc. ook de benodigde aandacht krijgen zonder dat een door witheid gedomineerde verwaterde versie van intersectionaliteit de boventoon gaat voeren? Hoe verbinden we de strijd tegen zwarte piet met andere vormen van institutioneel racisme én andere vormen van ongelijkheid en onderdrukking zoals het vluchtelingenvraagstuk en economische ongelijkheid op basis van het neoliberale kapitalisme? Dit zijn een paar complexe vragen waar over nagedacht dient te worden en waar ik het antwoord (nog) niet op heb. Op 14 januari gaan we in gesprek over de (toekomst van) de anti-racisme beweging in Nederland en deze vragen. Eerst tijdens de Martin Luther King dag, vervolgens tijdens de lezing met Gloria Wekker bij The Black Archives. Rondleidingen met thema Martin Luther King Jr. en de Civil Rights Movement In het kader van de Martin Luther King Day zullen we op zaterdag 13 en zondag 14 januari om half 1 speciale rondleidingen geven waarin we exclusieve archiefstukken over de Civil Rights Movement zullen tonen. Daarnaast kan je 2 x 2 kaarten winnen voor de uitverkochte lezing van Gloria Wekker op 14 januari. Stuur een kort essay of opiniestuk (max. 2000 woorden) over jouw visie op de toekomst van de anti-racisme beweging in Nederland en gebruik hiervoor het werk van Gloria Wekker en/of Martin Luther King Jr. Stuur dit uiterlijk vrijdag 12 januari om 17:00 op naar [email protected]. Op zaterdag 13 januari maken we de winnaars bekend.
Aanbevolen boeken:
- Martin Luther King Jr. - Where do we go from here - Martin Luther King Jr. The Radical King, edited by Cornel West - Kwame Ture (Stokely Carmichael) and Charles V. Hamilton Black Power 'Democracy' by Langston Hughes. Win tickets for Cinema Olanda Film and The Black Archives tour12/19/2017 On November 25th 2017 the exhibition Black & Revolutionary: the story of Hermina and Otto Huiswoud opened at The Black Archives. The exhbition includes the story of the Harlem Renaissance poet, writer and playwright Langston Hughes and a book of Hughes his handwritten notes and signature. The poem 'Democracy' is recited by artist Patricia Kaersenhout in the film by Wendelien van Oldenborgh Cinema Olanda Film. It reflectsthe link between Surinamese black activists and African-American activists. Hughes was a very good friend of Hermina and Otto Huiswoud, they met in Harlem New York. Read the poem 'Democracy' here: Democracy will not come Today, this year Nor ever Through compromise and fear. I have as much right As the other fellow has To stand On my two feet And own the land. I tire so of hearing people say, Let things take their course. Tomorrow is another day. I do not need my freedom when I'm dead. I cannot live on tomorrow's bread. Freedom Is a strong seed Planted In a great need. I live here, too. I want freedom Just as you. On Friday December 22nd 2017 we will screen the Film Cinema Olanda and we will screen the film Prologue: Squat / Anti-Squat. Afterwards we will have a discussion with Wendelien van Oldenborgh, Quinsy Gario, Khadija Al Mourabit and Andre Reeder. Before the screenings we will give a tour in The Black Archives and you will have time to visit the exhibit and look at some of the books of Langston Hughes. On one of the walls you can see some artwork of Raul Balai, Raul printed some of the letters send between Langston Hughes and Hermina Huiswoud on the wall to show how long and intimate their friendship was. WIN TICKETS FOR THE BLACK ARCHIVES
We are giving away 2 x 2 tickets for the event Cinema Olanda Film met Wendelien van Oldenborgh & Quinsy Gario and/or a tour in The Black Archives. Identify Otto Huiswoud and Langston Hughes on this picture, tell us where they were and why. Send an e-mail via [email protected]. We will give away 2 x 2 tickets for those who answered the question right. The tickets will allow you access to the exhibition as well! One of the main reasons for us to come to New York is that a part of the personal collection of Hermie Huiswoud can be found at the archive of New York University. We did not now what to expect though. Over the past few days we've delved into the boxes and found personal letters, personal documents, photographs, articles, poetry and even the script of a play written and collected by Hermie.😌😌 I feel like a kid in a candy store going through the boxes and like we are solving a puzzle about a hidden history of black revolutionairs in which we have to find the missing pieces. We found a few interesting pieces already such as a folder with biographies of women which Hermie met such as Shirley Graham, wife of the late WEB duBois. Hermie writed that her impression was that he was "inaccessible, cocky and aloof" but after spending times with him in the Soviet Union but they became good friends later. She also wrote about her travellings through the Carribean with Otto Huiswoud in which they attempted to mobilize black trade union workers and debated Marcus Garvey in Jamaica. Through the Communist party and other radical organizations such as the African Blood Brotherhood they were in contact with notable figures such as Jomo Kenyatta, George Padmore, Claude McKay and others. We also found even more letters by and to Langston Hughes, the well known Harlem Renaissance poet, showing that they had a strong relationship. She even wrote some poetry herself. The documents and photographs show that they lead a fascinating life fully dedicated to the struggle against capitalism, imperialism and racism in a time in which most black people were still bound by the yoke of the systems they fought against since the 1920s Altough this work doesnt feel like work we also have some time to relax and enjoy the weather and the city that never sleeps. One of the highlights already was the free Central Park "Tribute to Prodigy" concert with Mobb Deep's Havoc.🔥🔥🔥 The coming days we will look into the archive further and visit a few other cultural institutions. Next week we will go to Washingto DC to meet curators of the Smithsonian National Museum of African American History and Culture also known as thr Blacksonian. On Friday August 11th we will give a presentation at the Sankofa Video Books & Cafe bookstore near Howard university. If you happen to be in DC, link up! See: https://www.facebook.com/events/186547045219176/?ti=cl
Today is also exactly one month that we launched our crowdfunding campaign. We already got the support of more than 600 people and raised more than €18.000. We have one week left to reach €20.000, if you havent donated yet, please do and support the Black Archives. This trip makes us realize even more how important it is to document, archive and tell our own stories! Donate via: Apura! |
The Black Archives BlogArchieven
Juni 2024
|
Openingstijden/Opening TimesWoensdag/Wednesday 11.00 - 17.00 uur
Donderdag/Thursday 11.00 - 17.00 uur Vrijdag/Friday 11.00 - 17.00 uur Zaterdag/Saturday 11.00 - 17.00 uur Onze nieuwe locatie in Amsterdam Zuidoost is geopend. Neem contact op via de pagina contact voor rondleidingen buiten het programma. We moved to South East Amsterdam. Contact us via the page contact for tours outside our program. |
(Rolstoel)toegankelijkheid/Accessibility
Momenteel beschikt The Black Archives niet over een speciale ingang en lift voor personen met een fysieke beperking en voor rolstoelgebruikers.
At this moment, The Black Archives does not have a special entrance or lift for person of disability. |